4.2. Niet op soort gedetermineerde fragmenten
aantal
aantal
100
100
totaal
309
100
293
100
7
Vooral ribben kunnen in veel gevallen niet op soort gedetermineerd worden. Van sommige
fragmenten kan de determinatie beperkt worden tot een aantal soorten, bijvoorbeeld op basis
van de grootte. Deze fragmenten zijn in tabel 3 verdeeld over de soorten waar zij van zouden
kunnen stammen, overeenkomstig de verhoudingen in de wel op soort gedetermineerde
fragmentaantallen. Zo zijn alle als schaap of geit gedetermineerde fragmenten en drie ribben
die van schaap, geit of ree stammen, als schaap beschouwd omdat geen enkel fragment als geit
of ree gedetermineerd is. Van de drie groot uitgevallen fragmenten van jonge varkens of wilde
zwijnen zijn twee fragmenten als varken gerekend, aangezien er geen aanwijzingen zijn voor
hele jonge wilde zwijnen, wel veel hele jonge varkens. De tien ribfragmenten van middelgrote
zoogdieren zijn naar rato verdeeld over schaap en varken (6:4).
Niet beschouwd blijven: een dijbeen dat het midden houdt tussen dat van een edelhert en een
jong rund; een schedelfragment van een jong middelgroot zoogdier; een pijpbeenfragment van
een groot zoogdier en een strottenhoofdverbening van een dier ter grootte van een schaap/geit
of grote hond. Het laatste wordt zelden in archeologische context aangetroffen, en er was geen
vergelijkingsmateriaal voor een nauwkeuriger determinatie beschikbaar.
Door de bovenstaande correcties valt het wildpercentage onbeduidend lager uit, en de
verhouding rund: schaap iets ten gunste van schaap. In de navolgende bespreking is uitgegaan
van de met zekerheid op soort gedetermineerde fragmenten om de gegevens van de Hof van
Heeeckeren beter vergelijkbaar te maken met die van andere afvalcomplexen.
Tabel 3. Fragmentaantallen en percentages voor de voornaamste zoogdiercategorieën gecorrigeerd
met niet op soort gedetermineerde fragmenten.
vee
wild
rund
schaap
varken
245
64
87
89
69
36
36
28
79,3
20,7
230
63
87
80
63
37,8
34,8
27,4
78,5
21,5
gecorrigeerd
n
ongecorrigeerd
r