4 Om te kunnen bepalen in hoeverre het afval uit de beerput van de Hof van Heeckeren een aristocratische of rijke levensstijl weerspiegelt, is het onder meer wenselijk de faunaresten te vergelijken met die uit afval van minder gegoede kringen, met name uit de zelfde plaats of regio. Gegevens daarover ontbreken voor de 17e eeuw zowel uit Oost-Nederland en zijn voor de rest van Nederland zeer beperkt beschikbaar. Het meest nabij gevonden, bestudeerde afvalcomplex uit deze periode, stamt uit de Deventer Polstraat waar toen rijkere ingezetenen woonden. Bij ontvangst waren de meeste botfragmenten voorzien van het vondstnummer -"HvdK 128". In aanvulling daarop zijn alle botfragmenten voorzien van een individueel volgnummer en ingedeeld in dierklassen. De determinatiegegevens van de vogel- en zoogdierbotten zijn vanaf handgeschreven determinatielijsten in Dbase-IV ingevoerd in een voor elke dierklasse aparte database met de voor het programma ZAP vereiste structuur en met de voor dit programma vereiste afkortingen. De slachtleeftijden zijn bepaald naar de, door L.H. van Wijngaarden-Bakker in de "Syllabus zoöarcheologie" bijeengebrachte richtlijnen van Silver 1969 voor de postcraniale skeletele- menten, en die van Higham 1967 voor de kaken. Voor de fragmenten waarvoor deze geen richtlijnen geven, is Habermehl 1975 gebruikt; voor wild Habermehl 1985. Het minimum aantal geslachte dieren per soort is bepaald aan de hand van de genoteerde gegevens en leef tijdsbepalingen, waarbij ook rekening is gehouden met geregistreerde verschillen in grootte tussen de verschillende exemplaren van één skeletelement. Slachtsporen zijn systematisch geregistreerd maar slechts gedeeltelijk geanalyseerd. Van zoogdierbotten konden weinig zinvolle maten genomen worden. Maten van vogelbotten zijn in een appendix toegevoegd aan dit verslag. In tabellen wordt naar literatuur verwezen door middel van titelvolgnummers, terug te vinden in de literatuurlijst. Dank is verschuldigd aan C.H Maliepaard en B. Beerenhout te Amsterdam voor hun suggesties bij de interpretatie van de gegevens betreffende resp. de vogel- en de visbotten, en aan Th. de Jong te Aarle-Rixtel voor de toezending van zijn publicaties betreffende Zuid- Nederland. De heruitgave op CD bevat een geredigeerde, maar inhoudelijk ongewijzigde versie van het in 1998 uitgegeven rapport.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Archeologische Publicaties | 1998 | | pagina 10