22 Uit het vorenstaande blijkt, dat de gevolgen van de bezetting zich in 1944 scherper hebben doen gevoelen dan in de vier voor afgaande jaren. Ook in andere hoofdstukken van dit verslag zal dit tot uitdrukking komen. Bij enkele posten werd de opmerking gemaakt, dat nog niet verrekende bedragen hun invloed zouden doen gelden op de uitkomsten van volgende jaren. Stond van de in de voorgaande zin bedoelde posten het bedrag reeds min of meer vast, het bij gebrek aan werkkrachten en materialen achterwege blijven van het noodzakelijke onderhoud aan gemeenteeigendommen en -werken zal blijken gevolgen te hebben, die zich thans zelfs niet bij be nadering in cijfers laten uitdrukken. Het behoeft dan ook geen verwondering te baren, dat de toekomst nog grotere moeilijkheden in het vooruitzicht stelde. Het verslag over 1945 zal dit t.z.t. aantonen. HOOFDSTUK V. OPENBARE WERKEN. Zie hiervoor het verslag voor den dienst van gemeentewerken (bijlage U). HOOFDSTUK VI. OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN ZEDELIJKHEID. Politie. Daar als gevolg van de oorlogshandelingen het politie-archief verloren is gegaan, kunnen over het verslagjaar 1944 slechts een beperkt aantal gegevens worden vermeld. Speciaal met betrekking tot de uitvoering der bijzondere wetten, de verkeersongevallen, de werkzaamheden der recherche en de administratie ontbreken alle concrete gegevens. Tijdens de verslagperiode werd de surveillance, vooral in de buitenwijken, zoveel mogelijk per rijwiel uitgeoefend terwijl de eigenlijke politietaak enigszins op de achtergrond geraakte, werd het personeel steeds meer bij de luchtbeschermingsdienst ingeschakeld. 23 De volkslogementen bleven aan een scherpe controle onder worpen. De voorgeschreven bewaking van distributie- en arbeids- bureaux vroeg een zeer groot deel van de beschikbare krachten, Dp 3rerhT" v?™? u furveiIlan,ce dikwi)ls geen sprake kon zijn.' recherche bleef belast met het onderzoeken van misdrijven terwijl voor de behandeling der economische delicten een speciaal daarvoor opgerichte afdeling, bestaande uit 4 man, zorg droeg. uit die n Uchtlan^ln9 bi' Afnhem werden enige politiemannen uit die omgeving bu het corps gedetacheerd, terwijl van het op- wMden f Schalkhaar een officier, en enige manschappen werden toegewezen. Eén politieman dook, na twee collega? te hebben ontwapend, onder. Bij het bombardement van 14 October liep het politiebureau ernstige waterschade op. Gedurende enige tijd werd de politie dienst uitgeoefend vanuit de garage Ronk aan de Pelikaanstraat a ^r,WuTtn emge ka^erS in "°ns Huis" ^r beschikking gesteld, totdat het bureau in December weer kon worden betrokken. JNa het ontslag van de corpschef A. B. J. Annink in No- ve™ber<„fungeerde, tot de komst van de uit Venlo geëvacueerde politieofficier H. J W. Huiskamp in December, de afdelings commandant der Marechaussee T. Meijdam als chef. Vijftien politiebeambten die op last van de bezetter uit de frontzöne moesten worden verwilderd, doken op 1 December onder, terwijl 2 amb tenaren naar Winterswijk werden gedetacheerd. Enige uit Arnhem geëvacueerde politiebeambten werden aan et corps toegevoegd. Een gering aantal burgers, deel uitmakende van de Ordedienst der Luchtbescherming, verrichtte gedurende enige maanden bewakingsdiensten in het bij het bombardement getroffen stadsgedeelte. Drankwet. Met betrekking tot de toepassing van de drankwet kan het volgende worden medegedeeld. Het aantal vergunninoen tot verkoop van sterke drank in het Hem bedroeg oo 1 Mei 1945: 7; voor ongesplitste verkoop appen en slijten), 23 voor tappen, 3 voor slijten en 1 voor een Het wettelijk maximum bedroeg op 1 Mei 1945; 66. Bij Koninklijk Besluit van 4 November 1935, no. 39, is het maximum aantal vergunningen voor deze gemeente vastgesteld Het aantal verloven bedroeg op 1 Mei 1945: a. voor de verkoop van zwak-alcoholische drank in het klein 17 en voor de verkoop uitsluitend van alcohol-vrije drank 18. oOCI 0C011.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1944 | | pagina 14