16
Transport f 284.900
gende de voormalige uitkering per aangeslagene
in de gemeentefondsbelasting
Genoemde wijziging bracht echter ook v°ordf^e"; dl^
ten dele tot uitdrukking kwamen in hoofdstuk li
en die we in hoofdstuk XII vinden in een raming
van de opbrengst van de ondernemingsbdastmg
van4 nr\f)
De vermakelijkheidsbelasting werd ^uuu
hoge. geraamd. TmÖÖO
f 154.000 154.000
f 138.000
Vergeleken met 1943 werd de winst voor het electridteife-
ÏÏgÏr'geraamd en voor de waterleidingj.
y f 34.000
Het verlies van het grondbedrijf werd f 1-000
lager geraamd, terwijl de winst van de 4 Q00
gasfabriek
hoger geraamd werd, zodat deze bedrijven tezamen 30.0OO
de uitkering aan de gemeente rcj
lager raamden. Het verlies van het slachthuis we
evenals in 1943 geraam op H h h vm is een gevolg van de
He. nadelig verschi'f van hoofdstak
xTr.o.eSsVhS aandeel onzer gemeente vertegenwoordig, in
de hogere uitgaven voor de distri utie ïen hoofdschakel van
Resumerende kan dus g«gd. dat dede wijziging
de verschillen gevormd word door de gevolgen en[ehet
tectrmrnfrH verwatditen gunstige resultaten van het
Oude en Nieuwe Gasthuis. hecroting 1943 en 1944.
Tot zover de vergelijking u 1944 onder de loupe
Thans zullen ^J^J^^het uitzonderlijke geval voor,
genomen worden. H:te:r J worden tussen de primitieve
^rr„gVrAt «7d.9Tektingaóver da. laar, zulks als gevolg
17
van het ontbreken van suppletoire begrotingen. Zelfs de z.g.
grote schoonmaak heeft niet plaats gehad.
Door het feit, dat Zutphen als gevolg van maatregelen van
de bezettende macht maandenlang een aantal van zijn ambte
naren moest missen was de achterstand in de werkzaamheden
nog groter geworden. Het opmaken van een suppletoire begro
ting, die de oorspronkelijke ramingen aan de bestaande toestand
zou aanpassen, zou niet alleen zeer veel werk vragen, maar
daarenboven alle praktische waarde missen, omdat het niets anders
was dan een achter de feiten aanlopen. Gedeputeerde Staten
hebben toen genoegen genomen met een toelichting op de rekening.
Wanneer we dan het saldo van de begroting voor 1944 ver
gelijken met dat van de rekening over dat jaar dan blijkt, dat
het nadelig slot niet minder dan f 102.000 lager is dan het aan
vankelijk geraamde, dit ondanks het feit, dat de gehele uitkering
van het rijk wegens opbrengst ondernemingsbelasting over 1944
en nog meer dan dat door een bijdrage aan hoofdstuk XII van
de gewone dienst wegens gedeeltelijke overboeking van de in
1944 over 1943 ontvangen ondernemingsbelasting naar 1943 werd
overgebracht. Deze overboeking had reeds plaats gehad vóór het
sluiten van de dienst 1943. Toen mocht nog worden verwacht,
dat de ontvangsten ter zake van de ondernemingsbelasting in
1944, als gevolg van het inlopen van de achterstand door de
rijksbelastingen aanmerkelijk hoger zouden zijn dan dat normaal
voor 1944 het geval zou zijn. De oorlogshandelingen hebben
deze verwachting, we mogen zeggen gelukkig, de bodem inge
slagen. Eerst in 1946 werd f 315.000 en in 1947 f 382.730 aan
achterstallige ondernemingsbelasting ontvangen.
Hieronder volgt, weer hoofdstuksgewijze, een overzicht van
de verschillen tussen de geraamde en de werkelijke uitkomsten
om tot slot deze verschillen nader toe te lichten en zo nodig te
specificeren.
Verschil tussen de begroting
Hoofdstuk
OMSCHRIJVING
en rekening 1944
Nadelig
Voordelig
I
Vroegere diensten
f 38.000
II
Algemeen beheer
4.000
III
Openbare veiligheid
f 3.000
IV
Volksgezondheid
4.000
V
Volkshuisvesting
27.000
VI
Openbare werken
9.000
Transporteren
f 42.000
f 43.000