Bijlage N. 2 Bijlage N. 3 7. Administratie voor de Krankenkasse. 8. Distributie goedkoope levensmiddelen. 9. Administratie voor de spaargeldregeling. 10. Sociaal-economische hulpverleening aan kleine zelfstandigen. C. Informatiedienst. 1. Verstrekken van inlichtingen aan particulieren en instellingen. 2. Samenwerking met vereenigingen en instellingen, die zich maatschappelijke steunverleening ten doel stellen. 3. Uitbrengen van rapporten en het verstrekken van adviezen op de verzoeken om vrijstelling van de radiobelasting. D. Hulpverleening aan geëvacueerden en vluchtelingen. E. Overige werkzaamheden. Aan de gezinnen werd meer aandacht besteed dan voorheen, waartoe een sociale werkster werd aangesteld. Het ligt in de bedoeling te komen tot het instellen van een instituut van sociale huishoudhulpen om daardoor de sociale nood in de gezinnen beter en meer daadwerkelijk te kunnen bestrijden. Hiervoor zal een speciale opleiding noodig zijn waartoe een commissie werd gevormd, die tot taak heeft een en ander te organiseeren. Wij komen hier nader op terug. Dossiers. Het aantal dossiers vermeerderde met 318. Brieven en Looninformaties. Er werden 2353 brieven ontvangen voor sociale zaken (v. j. 2798) en 206 voor het burgerlijk armbestuur (v. j. 498). Totaal derhalve 2559 brieven (v. j. 3296). Het aantal verzonden brieven bedroeg sociale zaken 2604 (v. j. 2336), bur gerlijk armbestuur 610 (v. j. 1012). Verder werden er 85 (v. j. 231) looninformaties verzonden. Het totaal aantal verzonden stukken bedraagt dus 3299, tegen 3579 in 1942. Het aantal ontvangen verzoeken om steun daalde van 1141 in 1942 tot 761 in 1943. Rapporten. De controlewerkzaamheden werden, evenals het vorig verslagjaar, door twee controleurs verricht. Zij brachten 402 rapporten uit voor de gesubsidieerde steun regeling en de geëvacueerdenregeling (v. j. 951) alsmede 3508 rapporten voor armenzorg en inlichtingendienst (v. j. 3077). Personeel. In het verslagjaar hadden de volgende mutaties plaats. W. Plekkenpol verliet op 1 Mei den dienst om een beter beloonde betrekking bij het Arbeids bureau te aanvaarden. Op 1 Juli 1943 ontstond een vacature door de benoeming van den controleur J. Vierstra tot secretaris van het Burgerlijk Armbestuur te Lekkerkerk. In deze vacature werd voorzien door de benoeming van K. A. van Laar. In de plaats van Van Laar werd, als schrijver op arbeidscontract, G. J. Riethorst aangesteld. In de vacature Plekkenpol werd niet voorzien. J. Stenvert werd voorgedragen voor benoeming tot adjunct-commies 2e klas waartoe bij besluit van den Burgemeester van 15 December 1943, ingaande 1 Januari 1944, werd besloten. Tenslotte is per 1-12-'43 mej. P. D. Kaayk benoemd tot maatschappelijk werkster, in den rang van adjunct commies 2de klas. 3. Geneeskundige armenverzorging in ziekenhuizen. De kosten voor geneeskundige armenverzorging in ziekenhuizen zijn dit jaar weer belangrijk gestegen. Zooals wij ook in het vorige jaarverslag reeds opmerkten, is deze stijging in hoofdzaak te wijten aan het terugbrengen van den verpleegtijd op 42 verpleegdagen per ziektegeval door de ziekenhuisverplegingsfondsen, terwijl verder de minder krachtig wordende physieke gesteldheid der menschen een grootere rol gaat spelen. Het aantal niet verzekerde patiënten wordt, zooals wij in vorige jaarverslagen reeds voorspeld hebben, van jaar tot jaar minder, zoodat wij thans het meest te doen krijgen met verzekerden die langere verpleging van noode hebben. Ook onder de rubriek „niet verzekerden" is een aantal patiënten vermeld, die wel verzekerd waren, maar op grond van het bepaalde in het reglement van het fonds niet voor haar rekening konden worden opgenomen. Het betreft hier in hoofdzaak lijders aan besmettelijke ziekten, die vanwege een z.g. sociale en dus geen medische indicatie ter verpleging moeten worden opgenomen. Achterstaand overzicht geeft een beeld van de verpleging in ziekenhuizen gedurende 1943 (bijlage A). Voor een duidelijk beeld geven wij hieronder eenige vergelijkende cijfers met voorgaande jaren weer. Omtrent het aantal verzekerden, dat langere verpleging dan 42 dagen noodig had (voor de inwerkingtreding van het ziekenfondsenbesluit 56 dagen) het volgende: 1938 1939 1940 1941 1942 1943 64 63 50 54 122 121 Voor wat betreft den verpleegduur geeft het volgende staatje een beeld Aantal dagen 1938 1939 1940 1941 1942 1943 1- 10 30 32 28 32 38 32 11-25 62 62 41 68 62 42 26- 50 31 41 21 40 38 41 51 100 25 18 22 21 26 27 101-200 22 10 9 6 14 14 201—300 4 2 2 3 4 5 daarboven 1 2 1 5 3 5 De stijging der kosten voor rekening van de gemeente blijkt uit het volgende overzicht 1939 1940 1941 1942 1943 f 15084.77 12067.30 17751.95 21677.52 31073.79 Wat de verhouding betreft van de verzekerden tot de niet verzekerden geeft het volgende staatje, over de laatste 4 jaren in percenten uitgedrukt, een beeld 1940 40.74 verzekerden tegen 59.26 niet verzekerden. 1941 39.69 60.31 1942 63.72 36.28 1943 72.89 27.11 De gemiddelde verpleegtijd steeg de laatste jaren voortdurend, hetgeen uit de volgende cijfers, in percenten uitgedrukt, valt waar te nemen 1939 1940 1941 1942 1943 38.9 40.8 42.2 46.8 54.9 Tenslotte geven wij hierachter een overzicht over de laatste 6 jaren van het aantal patiënten, aantal verpleegdagen, totale ziekenhuiskosten en de kosten per verpleegdag, gesplitst naar de verpleging in en buiten Zutphen (bijlage B).

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1943 | | pagina 66