Bijlage K. 4 tegen afbraak moeten opgeven, en zoo is dit laatste stadskind van een Graafschap-soort thans gevallen. Er is zorggedragen voor het vervaardigen van een goede fotografische afbeelding. Het huis „dat Bolwerck" kreeg door de tijdsomstandigheden een klas van het gymnasium binnen zijne muren, waarom regenten hunne bestuurskamer tijdelijk ter beschikking van de leeszaal hebben gesteld. Hoewel de bestemming van de groote zaal niet onwaardig mag heeten, hebben regenten toch gemeend, alle meu belen en de fraaie terracotta buste uit de vestibule te moeten verwijderen. Eerlijkheid gebiedt trouwens te vermelden dat de niet-gymnasiale jeugd aldaar reeds vrij aanmerkelijke veront reiniging en vernieling had teweeg gebracht, zoodat dit odium niet mag rusten op de jeugdige latinisten. De stichting werd dit jaar verblijd met de plaatsing in den tuin door het museum van het ruiterbeeldje van St Joris met den draak, in ons vorige jaarverslag genoemd. Het wel zeer verweerde beeldje is geplaatst op twee der Gotische consoles onder één der muur- bogen, en wordt aldus gesteund door wat men vrijwel tijdgenooten zou kunnen noemen. Regenten werden verder verrast met een schenking van mevr. M. Carp-Henny, dus oud stadgenoote, uit Helmond, in den vorm van een kaart in opstand van Zutphen, voorzien van een op de achterzijde gedrukten tekst in de Nederlandsche taal. Het is een blad uit de Stede-atlas van Blaeu, en een fraai gekleurd exemplaar. Voor dit hernieuwd bewijs van belangstelling betuigen regenten nogmaals hartelijk dank. Regenten mogen eindigen met het vermelden van een zeer verblijdend verschijnsel, en wel dat op de roepstem van de stichting om toch tijdig en op de juiste wijze in stand te houden wat het voorgeslacht ons naliet aan bouwwerken die bijdragen tot een schoon stadsbeeld, voor het eerst een antwoord werd gehoord van de zijde van den eigenaar van een huis met eenige bouwkundige waarde. Regenten hoopten namelijk, dat het voorbeeld van de stichting om oude gebouwen op verantwoordelijke wijze te restaureeren een reactie zou gaan wekken bij hen die beschikken over zoodanig overgeleverd stadsschoon. De eigenaar van een zeer eenvoudige Geldersche gevel Barlheze no. 55, en wel de heer J. M. Smit, wendde zich dit jaar tot het bestuur met het verzoek overleg met hem te openen waar de gevel reparatie noodig maakt. Regenten weten dat het hier een niet opvallend huis betreft, dat misschien ook door degenen die hun oogen plegen te richten Bijlage K. 5 op de mooiere huizen in onze stad slechts terloops of niet was opgemerkt. Maar het feit alleen dat hier een reactie is gewekt maakt het al noodzakelijk te helpen. En het pand moge dan een voudig zijn, het moge door de ingebrachte winkelpui deerlijk bedorven zijn, het bovendeel van de gevel van zeer eenvoudige volkskunst getuigend, maar van volkskunst getuigt het, en het verdient daarom te worden behouden niet alleen, maar ook te worden hersteld in behoorlijk uiterlijk. Regenten bedoelen hiermede dat het in Zutphen in het bijzonder zoo veel voorkomend euvel van bepleistering van een gevel die bedoeld is te prijken in het oorspronkelijk materiaal, baksteen, goed Vaderlandsch product, hier mag worden gesignaleerd als een euvel, ja als een dat aan het uiterlijk van onze stad aanmerkelijk tekort doet. Als men bedenkt dat vroeger de overheid hierin voorging, en dat behalve het gemeentehuis ook gebouwen als de oostgevel van het klooster aan de Rosmolensteeg (thans deerlijk verminkt, maar nog te redden) en zoovele andere door dit bepleisteren verminkt en vergrofd zijn, dan zal het niet anders dan als eene verademing gevoeld worden dat thans het gevoel gaat ontwaken bij den enkeling, en dus ongetwijfeld ook bij de overheid, dat dit procédé zijn tijd gehad heeft, en dat op ons de plicht rust, de oude schoonheid die er onder verscholen ligt weer aan den dag te brengen. Hulde worde dus gebracht aan den heer Smit, die als eerste blijk geeft de strekking van het streven onzer stichting te hebben begrepen en die de consequentie heeft getrokken. Met steun van de overheid hoopt de stichting een krachtige helpende hand te kunnen bieden om aan dit eenvoudige geveltje de luister, die het in alle nederigheid bergt, te hergeven. Moge het afschudden van de pleisterlaag alom een verschijnsel zijn dat onze stad gaande weg het oude aanzien van de Neder landsche baksteen hergeeft. De stichting roept alle eigenaren en vaklieden hiertoe op. De stichting telt thans 13 donateurs voor het leven en 206 donateurs die een jaarlijksche bijdrage geven. Waar de stichting hare werkzaamheden, zooveel als de tijds omstandigheden maar toelaten, met kracht zou willen voortzetten, doen regenten een beroep op allen die dit lezen, donateur te willen worden of nieuwe donateurs te willen werven, opdat regenten ook na den vrede hun taak in het belang van het algemeen kunnen blijven volvoeren.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1943 | | pagina 57