T Bijlage I. VERSLAG over den toestand van het MUSEUM in het Wijnhuis te Zutphen, in het jaar 1943. Mocht het museumbezoek reeds in 1942 een belangrijke stijging vertoonen, in het afgeloopen jaar werd een cijfer bereikt, dat sinds de oprichting van het Museum nog niet overtroffen werd. Het totale aantal bezoekers in 1943 bedraagt 6461 personen, waarvan 4260 betalend en 2201 kosteloos werden toegelaten. In 1942 waren de cijfers 4198 (resp. 3107 en 1091). Evenals vorige jaren bezochten vereenigingen en groepen leerlingen van middel bare en lagere scholen uit Zutphen en uit den omtrek onder geleide het Museum. jhr Mr C. C. de jonge werd door den burgermeester herbenoemd tot lid van de museumcommissie; de Heer G. Douwes door de vereeniging „Zutphen Vooruit terwijl de vereeniging „De Graafschap" opnieuw tot lid aanwees den Heer H. Odink te Eibergen. Het Museum bleef gedurende het geheele jaar geopend. In het gebouw hadden geen veranderingen of herstellingen plaats. Het in orde brengen van de benedenhal werd uitgesteld tot 1944. De inventaris verkeert in goeden toestand. In April werden de schilderijen, sinds 1923 in bruikleen van het Rijksmuseum te Amsterdam geinspecteerd door Dr A. van Schendel, wetenschappelijk assistent van het Rijksmuseum. In Maart werd besloten met het oog op de geringe veiligheid welke het kwetsbare Wijnhuis biedt, een gedeelte van den inventaris elders onder te brengen. De meest kostbare en onvervangbare voorwerpen werden ingepakt en in April naar een veilige schuilplaats vervoerd. Het Museum leed eenige gevoelige verliezen. In Februari werden twee Hemony- klokken afkomstig van het oude carillon in den Wijnhuistoren, dateerend van 1644 en sinds 1923 eigendom van het Museum en in den hal tentoongesteld, door de bezettende macht in beslag genomen en weggevoerd. Ook de klok van Kasteel Dorth, in 1640 gegoten door Willem Eevarts en sinds 1933 eigendom van het Museum, onderging hetzelfde lot. Een bruikleen van zilver met Zutphensche merken werd door den eigenaar teruggenomen. Tegenover deze verliezen zijn slechts enkele belangrijke aanwinsten te boeken. Hiervan moet in de eerste plaats genoemd worden een beeld van zandsteen, voorstellend St. Joris, te paard den draak verslaand. Waarschijnlijk is dit ruiterbeeld afkomstig van het Leprozenhuis aan den Warnsveldschen weg, gewijd aan St. George, dat in 1572 door het krijgsvolk van den Graaf van Bergh verwoest werd. Het beeld was thans ingemetseld op een muur van de binnenplaats der voormalige Diaconie, die indertijd het Leprozenhuis beheerde. De tegenwoordige eigenaar van het pand, de Heer W. Schillemans, schonk het aan het Museum, ter plaatsing in den tuin van het Bolwerck. Het beeld is eenigszins grof van structuur. Het is zeer geschondenhoofd en arm van St. Joris ontbreken, terwijl ook het paard zeer gehavend is en van den draak nog slechts weinig is overgebleven. Toch mag het om zijn historische- en ouder- domswaarde als een welkome en gewaardeerde aanwinst beschouwd worden.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1943 | | pagina 50