4
woordiger op te treden, bleef gedurende het verslagjaar ongewijzigd
van kracht, zoodat de wethouders in voorkomende gevallen in
onderstaande volgorde als zoodanig optraden
1. mr G. J. H. Wagener.
2. J. A. Paap.
3. Th. W. Hoonings.
Blijkens een 13 December 1943 ingekomen schrijven van den
Commissaris der provincie Gelderland d.d. 11 December 1943,
no. 679, werd door den Commissaris-Generaal voor Bestuur en
Justitie bij besluit van 2 December 1943 aan mr J. Dijckmeester
onmiddellijk ingaand ontslag verleend als burgemeester van Zutphen.
De benoeming van een nieuwen functionaris vond in het ver
slagjaar niet meer plaats.
Wethouders.
De bij het in werking treden van de Verordening 152/1941
zitting hebbende wethouders bleven de hun ingevolge deze Ver
ordening opgedragen vertegenwoordiging van den burgemeester,
ieder op het hun toegewezen arbeidsgebied, ook gedurende het
jaar 1943 waarnemen.
De regeling van de toewijzing van een arbeidsgebied aan ieder
der wethouders, zooals die door den burgemeester is vastgesteld
bij zijn besluit van 24 October 1941, no. 6558, onderging geen
wijziging. Ingevolge die regeling bleef de voorbereiding van de
zaken betreffende de bedrijven en landerijen opgedragen aan den
wethouder mr G. J. H. Wagener, bleef de wethouder J. A.
Paap belast met de voorbereiding van de zaken betreffende ge
meentewerken en sociale zaken en behield de wethouder Th.
Hoonings de voorbereiding van de zaken betreffende het
onderwijs.
Verkiezingen.
a. Kiezerslijst. Krachtens de Tiende Verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende
bijzondere maatregelen op administratiefrechtelijk gebied (veror
dening 136 van 1942) is de kiezerslijst 1943/1944 niet opgemaakt.
b. Verkiezingen. In het verslagjaar werden geen verkiezingen
gehouden.
Vaste raadscommissiën.
Op grond van het bepaalde in artikel 1, lid 3, eerste volzin,
van de Verordening 152/1941 van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, juncto artikel 27, eerste lid, van
5
de Eerste Beschikking van den Secretaris-generaal van het Depar
tement van binnenlandsche zaken ter uitvoering van die Veror
dening, bepaalde de burgemeester bij zijn besluit van 30 September
1941, no. 6215, dat de werkzaamheden van de na te noemen
vaste raadscommissiën blijven rusten
1. bedrijvencommissie,
2. landerijencommissie,
3. bouwcommissie,
4. financiëele commissie,
5. commissie voorderedactiederstrafbedreigendeverordeningen.
Gedurende het jaar 1943 bleef dit besluit zijn geldigheid be
houden, zoodat de werkzaamheden der evengenoemde gemeentelijke
commissiën in het verslagjaar bleven rusten.
Secretaris.
Het ambt van gemeentesecretaris werd gedurende het geheele
verslagjaar bekleed door den heer J. de Bruin.
Gemeentesecretarie.
De secretarie was gedurende het verslagjaar voor het publiek
geopend eiken werkdag van 9.00 tot 14.00 uur, met uitzondering
van den Zaterdag, op welken dag de secretarie van 9.00 tot 13.00
uur voor het publiek was opengesteld.
Ontvangerskantoor.
J. Kortenoever, gemeenteontvanger.
A. Hoevers, klerk.
Het kantoor was voor het publiek eiken werkdag, met uit
zondering van den Zaterdag, van 9.00 tot 13.00 uur geopend.
Archief.
Bij besluit van den burgemeester d.d 10 Mei 1943, no. 2528,
werd aan mej. W. E. Smelt overeenkomstig haar verzoek, met
ingang van 15 Mei 1943, eervol ontslag verleend als archivaris
dezer gemeente.
Ter voorziening in de door dit ontslag ontstane vacature be
noemde de burgemeester bij besluit van 21 Juli 1943, no. 4105,
ingaande 1 September 1943, mevr. M. M. Doornink, geb.
Hoogenraad.
Zie voorts het als bijlage J opgenomen verslag van het ge
meente-archief.