I
Bijlage G.
JAARVERSLAG OVER 1943 VAN DE COMMISSIE TOT
WERING VAN SCHOOLVERZUIM TE ZUTPHEN.
Aan den heer Burgemeester der gemeente Zutphen.
In de samenstelling der Commissie kwam in 1943 geen ver
andering. Zij vergaderde 12 maal.
Van den heer Inspecteur van het lager onderwijs kwamen 167
kennisgevingen, zooals bedoeld in art. 19 1 der Leerplichtwet,
binnen wel een zeer hoog getal.
Absoluut verzuim kwam niet voor.
Als reden van het verzuim gaven de ouders nogal eens op
gebrek aan schoeisel en kleeding. De Commissie kreeg echter
dikwijls den indruk, dat zij zich niet voldoende hadden ingespannen
om in dat gebrek te voorzien.
De verzuimen waren als volgt over de verschillende scholen
verdeeld
School A 5, School E 46, School F 5, School G 30, School H 25,
School Hoven 4, R.K. Jongensschool 32, R.K. Meisjesschool 20.
Door de hoofden van de bijzondere scholen aan de Leeuwerik
laan, aan de David Evekinkstraat en op het Oude Wand werd
geen enkel ongeoorloofd verzuim gerapporteerd.
Van de 167 verzuimen werden er twee als geoorloofd beschouwd.
Van de 167 opgeroepenen verschenen er 102 voor de Commissie.
De opgekomen ouders werden steeds ernstig aan hun ver
plichting, de kinderen geregeld naar school te zenden, herinnerd.
Ook werden zij gewezen op de schade, welke het onderwijs
der kinderen door het verzuim ondervindt.
De Commissie tot wering van schoolverzuim,
H. J. VAN DEN BERG, Voorzitter.
J. MEULENBRUGGE, Secretaris.
ZUTPHEN, 16 Februari 1944.
