lö
Bijlage E.
Tachtigste verslag over den toestand van het onderwijs op
de inrichtingen voor middelbaar onderwijs en de
nijverheidsavondschool in de gemeente
Zutphen over het jaar 1943.
I. De Commissie van Toezicht.
Ook in 1943 bleef de samenstelling der commissie niet onge
wijzigd. Op 10 Maart 1943 overleed n.l. haar lid de heer T.
Wassenaar, die op 3 Juni 1940 als vertegenwoordiger van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken in de commissie was benoemd,
zoodat hij nog geen drie jaren aan hare werkzaamheden mocht
deelnemen. Deze periode was echter ruimschoots voldoende om
zijn helder inzicht, steunende op een uitgebreide ervaring, opgedaan
in allerlei takken van het maatschappelijk leven en zijn groote
belangstelling, te leeren waardeeren. Fries van geboorte, was hij
rondborstig en gaf hij zijn weloverwogen oordeel zonder aanzien
des persoons, daarbij handelende naar de Friesche zegswijze: „Laat
de menschen praten en doe je plicht". De commissie zal zijn nage
dachtenis lang in eere houden. Hij ruste in vrede.
De ledige plaats werd op 22 April 1943 ingenomen door den
heer J. C. Banz jr, industrieel te Zutphen.
Op 1 October 1943 beëindigde de commissie hare 80-jarige
bemoeiingen met de nijverheidsavondschool, die ingevolge een
besluit van den burgemeester van Zutphen op dien datum door
de gemeente werd overgedragen aan de Geldersche Vereeniging
voor Kunstnijverheid.
Zij vergaderde drie keer, terwijl telkens twee harer leden, daarvoor
volgens een rooster aangewezen, 20 maal eenige lessen en de examens
van de aan haar toezicht toevertrouwde scholen bijwoonden.
Zij was vertegenwoordigd bij de ter aardebestelling van haar
lid den heer T. Wassenaar en van den te vroeg ontslapen, nog
veel belovenden leeraar in de Fransche taal, den heer J. T erhorst,
alsmede bij het afscheid van den leeraar in het Engelsch, den heer
K. Koiter, die den pensioengerechtigden leeftijd bereikte en aan
wien namens de commissie een boekwerk werd overhandigd.
Op 18 Dec. 1942 werd de commissie verblijd met een schenking
van f 100.— door N.N., welk bedrag door den milden gever
beschikbaar werd gesteld voor het aanschaffen van boeken en andere