26
aantal zorggevallen wordt verwezen naar het onder de bijlagen
opgenomen verslag van den dienst van sociale zaken (bijlage N).
In het verslagjaar kwam een nieuwe algemeene regeling tot
stand met betrekking tot de uitgaven van werkloozenzorg, ge
paard gaande met de opheffing van het werkloosheidssubsidie-
fonds. De belangrijkste beginselen van deze in de Ned. Staats
courant van 30 Augustus 1943, no. 167, opgenomen regeling zijn
1. aan het rijk is thans uitdrukkelijk een taak toebedeeld op
het terrein der werkloosheidsbestrijding. Zoo wordt door het
voorschrift, dat het rijk de werkverruiming bevordert door sub-
sidieering van door anderen uit te voeren werken en door zelf
werken te doen uitvoeren, de werkverruiming tot rijkstaak ver
klaard. Wat gemeenten en anderen op het gebied van werkver
ruiming ondernemen, komt voor rekening van het rijk, inzoover
de uitgaven geacht kunnen worden in het belang van de werk
verruiming te zijn gedaan het werkobject moet door den Secre
taris-generaal van het Departement van sociale zaken worden
goedgekeurd en bij de uitvoering moeten allerlei door den Secre
taris-generaal te stellen voorwaarden worden in acht genomen
2. de verschillende gemeentelijke bemoeiingen ten aanzien van
werklooze arbeiders, t.w. de steunverleening, de verstrekking van
kleeding, dekking en schoeisel, de spaarregeling, het verstrekken
van subsidie in wachtgeldregelingen, vinden plaats naar voor
schriften van den Secretaris-generaal van het Departement van
sociale zaken
3. het rijk vergoedt aan alle gemeenten ten volle de kosten
ven de voornaamste bemoeiingen, t.w. die van de steunverleening,
de verstrekking van kleeding, dekking en schoeisel, de spaar
regeling en de subsidieering van wachtgeldregelingen.
Aangezien deze regeling, waardoor de werkloozenzorg, speciaal
wat betreft de taakverdeeling rijk-gemeente, in een volkomen
nieuw stadium is gekomen, wordt geacht op 1 Januari 1942 in
werking te zijn getreden, komen de daaruit voor de gemeenten
voortvloeiende voordeelen haar derhalve ook nog over 1942 ten
goede.
In den volgenden staat wordt een overzicht gegeven van de
werkloosheidslasten sinds 1939, voor zoover zij, wat betreft de
jaren 1939 tot en met 1941, ten laste van het werkloosheids-
subsidiefonds en, wat betreft de jaren 1942 en 1943, ten laste
van het rijk konden worden gebracht. De bijdragen van het Rijk
in de kosten van werkverschaffing en steunverleening over 1942
en 1943 zijn nog niet volledig ontvangen.
27
W erkverschaffing.
Alle werken, waarbij werkloozen uit deze gemeente werden
tewerkgesteld, zijn uitgevoerd onder de dagelijksche leiding van
de Nederlandsche Heidemaatschappij.
Particuliere werkverruimingsobjecten kwamen in 1943 niet voor.
Van de 4 objecten, waarop in het verslagjaar gewerkt werd,
waren 2 centrale en 2 gemeentelijke objecten.
Voor het overzicht der objecten en de daaraan verbonden
uitgaven wordt verwezen naar het onder de bijlagen opgenomen
verslag van den dienst van sociale zaken (bijlage N).
Arbeidswet 1919.
Omtrent de Arbeidswet 1919 kan het volgende worden vermeld.
Het totaal der op 31 Decemher 1943 in omloop zijnde geldige
arbeidskaarten bedroeg voor jongens 176, voor meisjes 146 en
voor gehuwde vrouwen 16, totaal 338.
Door de politie werd geen toezicht gehouden op de fabrieken
en werkplaatsen.
Rijtijden wet.
Ingevolge de Rijtijdenwet 1930 werden gedurende het verslag
jaar 12 werkboekjes voor chauffeurs uitgegeven.
W inkelsluiting.
Ten aanzien van de uitvoering van de Winkelsluitingswet en
haar uitvoeringsvoorschriften is niets bijzonders te melden. De
vacantie voor de hoofden en het personeel van winkelzaken is
1939
1940
1941
1942
1943
Steunverleening
Werkverschaffingsloon
f 66.727
177.872
f 79.989
134.432
f 48.897
208.430
f50.608.34
„33.354.83
f 8.066.86
„10.310.48
Totaal
Bijdrage W. S. F.
Bijdrage rijk
f244.599
162.414
f214.421
130.368
f257.327
172.667
f83.963.17
„77.714.70
f18.377.34
„17.718.49
Netto ten laste van de
gemeente
f 82.185
f 84.053
f 84.660
f6.248.47
f 658.85
14 jaar
15 jaar
16 jaar
17 jaar
Jongens
7
37
51
81
Meisjes
10
30
58
48