Bijlage Q.
VERSLAG over het beheer en den toestand van de GEMEENTE
GASFABRIEK te ZUTPHEN, over het dienstjaar 1942.
Het jaar 1942 was voor ons bedrijf een moeilijk jaar. De buitengewone strenge
winter, die tot half Maart voortduurde, verschafte ons veel zorg en extra werk.
Om de gebouwen en gashouders vorstvrij te houden moesten de beide stoom
ketels ruim 3 maanden gelijktijdig in bedrijf gezet worden.
In de stad kwamen verschillende buisbreuken voor en moesten verscheidene
aansluitingen vernieuwd worden.
Ter voorkoming van naphtalinevorming werd gedurende de vorstperiode xylol
verdampt voor den inlaat van den koeler en om ijsvorming in het buizennet te
voorkomen werd gedurende diezelfde periode, direct achter den regulateur, spiritus
in het buizennet gedruppeld.
De kolenpositie begon in den nazomer erg critiek te worden. Meermalen ge
beurde het, dat de voorraad slechts voor 5 a 6 dagen voldoende was. Het Rijks-
kolenbureau heeft echter steeds op tijd kunnen helpen, zoodat het bedrijf zonder
onderbreking het benoodigde gas kon leveren.
De aflevering van het gas was belangrijk hooger dan geraamd. De oorzaak
hiervan is gelegen in de toename van het aantal verbruikers en voorts, dat deze
thans uitsluitend op gas voor het koken zijn aangewezen.
De kwaliteit der kolen, die tot juni nog goed was, liep daarna sterk terug. Het
gevolg hiervan was, dat de gasopbrengst per ton, welke geraamd was op 550 m3,
tot 511 m3 daalde.
De rantsoeneering van het gas werd belangrijk verscherpt. De door het Rijks-
kolenbureau voorgeschreven speruren, welke gesteld waren tusschen 14.00 en
17.00 uur en van 22.00 tot 6.00 uur, werden weder ingetrokken, aangezien dit
niet tot besparing geleid heeft.
Naarmate de materialen schaarscher werden, vermeerderden de Rijksbureaux,
zoodat er thans geen artikel meer is, dat niet gedistribueerd wordt. De schaarschte
aan ijzer, koper, olie, hout, cement en steenen noodzaakte ons tot uiterste zuinig
heid en was oorzaak, dat wij ons soms op de meest primitieve wijze moesten behelpen.
De gasproductie bedroeg 3 520.060 m3, tegen 2.999.613 m3 in 1941, een ver
meerdering van 520 447 m3 of 17.3%.
De toenemende schaarschte aan gasverbruikstoestellen was oorzaak, dat de omzet
in de toonzaal terug liep. Het gelukte ons echter nog een flinke partij gascomforen,
Jeko-toestellen en nog enkele gasfornuizen te koopen, zoodat wij de verbruikers
niet behoefden teleur te stellen. De totale omzet bedroeg f 7950.31 tegen f 12494.12
in 1941. Aan de erkende gasfitters werd een provisie uitgekeerd van f 1359.98.
In de gasprijs kwam dit jaar geen verandering.
De bruto-winst bedroeg f 63641.57 tegenover f42969.64 in 1941. Van deze
winst moet aan de gemeente f 11695.20 worden uitgekeerd voor vergoeding wegens
het hebben van buizen in gemeentegrond en f23214.49 voor extra pensioenlasten
voor het oude personeel.
Bovendien werd nog f 1000.aan het reservefonds toegevoegd, zoodat een
netto-winst van f27731.88 aan de gemeente kan worden uitgekeerd.
Personeel.
Met ingang van 9 Februari werd aan den fittershelper H. A. Thomassen
een vaste aanstelling verleend.
Aan den gasmaker R. v. d. Kuip werd wegens het bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd op 9 April eervol ontslag verleend. V. d. Kuip is
sinds 1914 onafgebroken aan het bedrijf werkzaam geweest. De gemeente verliest
in hem een trouw werkman en een woord van dank is hier zeer zeker op zijn plaats.
De plaatswerker B. M ij 1 o f werd met ingang van 9 April bevorderd tot
gasmaker.