Bijlage N. 2 Bijlage N. 3 4. Administratie voor de wachtgeldregeling. 5. Extra hulp aan werkloozen, z g. B-steun. 6. Controle op de administratie van de werkloozenkassen. 7. Administratie voor de Krankenkasse. 8. Distributie goedkoope levensmiddelen. 9. Administratie voor de spaargeldregeling. 10. Administratie van de ingekwartierde tewerkgestelden uit andere plaatsen. C. Informatiedienst. 1. Verstrekken van inlichtingen aan particulieren en instellingen. 2. Samenwerking met vereenigingen en instellingen, die zich maatschappelijke steunverleening ten doel stellen. 3. Uitbrengen van rapporten en het verstrekken van adviezen op de verzoeken om vrijstelling van de radiobelasting. D. Overige werkzaamheden. E. Hulpverleening aan geëvacueerden en vluchtelingen. Bij circulaire van 1 Sept. 1942 van het Departement van binnenlandsche zaken werd een regeling voor geëvacueerden ingesteld, waarin tevens de vluchtelingen- zorg werd geregeld. De financieele administratie van deze regeling werd aan den dienst opgedragen, waardoor de werkzaamheden beduidend werden uitgebreid De werkzaamheden voor armenzorg nemen zeer belangrijk toe, niettegenstaande het aantal zorggevallen- een niet onbelangrijke daling vertoont. In hoofdzaak is dit meerdere werk een gevolg van het groot aantal a-sociale gezinnen, hetwelk in dezen tijd toeneemt. De verantwoordelijkheid onder deze groep neemt af, het geen vrij spoedig in het sociale werk merkbaar is. De werkzaamheden voor steunverleening en werkverruiming daarentegen namen af. Door het groote aantal tewerkgestelden in Duitschland vermeerderden de werk zaamheden voor de Krankenkasse beduidend. Bij schrijven van 8 April 1942, no. 11739, Afd. 3, van den Directeur-Generaal der P.T.T. werd gevraagd de aanvragen om vrijstelling van radiobelasting te controleeren en te beoordeelen, hetwelk vrij veel werk met zich bracht. Dossiers. Het aantal dossiers vermeerderde met 259. Brieven en Looninformaties. Het aantal ontvangen en verzonden brieven vertoont, vergeleken bij het vorig jaar, een kleine daling. Zoo bedroeg het aantal ontvangen brieven voor sociale zaken 2798, vorig jaar 2643 en voor het burgerlijk armbestuur 498, voriq jaar 665, totaal 3296, vorig jaar 3308. Het aantal verzonden brieven bedroeg voor sociale zaken 2336, vorig jaar 2563, voor het burgerlijk armbestuur 1012, vorig jaar 1573; het aantal verzonden loon informaties bedroeg 231, vorig jaar 273. In totaal bedroeg dus het aantal verzonden stukken 3579, tegen 4409 in 1941. Ook het aantal binnengekomen verzoeken om steun was minder dan in 1941 het verminderde van 1572 tot 1141. Rapporten. In het verslagjaar werden door de controleurs 951 rapporten opgemaakt voor de gesubsidieerde steunverleening en 3077 voor armenzorg en inlichtingendienst. Personeel. In het afgeloopen jaar verliet A. van Broekhuijzen den dienst, wegens zijn benoeming tot ambtenaar bij den dienst voor sociale zaken der gemeente Rheden te Velp. Verder had er onder het personeel geen verandering plaats. In de vacature Van Broekhuijzen werd niet voorzien, in verband met de vermindering der werkzaamheden. Op 31 December bestond het personeel uit: een directeur, een adj. commies lste klas, een controleur en drie klerken in vasten dienst en een controleur en twee schrijvers op arbeidscontract. 3. Geneeskundige armenverzorging in ziekenhuizen. De kosten voor geneeskundige armenverzorging zijn belangrijk gestegen, ten gevolge van de werking van het Ziekenfondsenbesluit. Deze stijging is in hoofd zaak te wijten aan het terugbrengen van den verpleegtijd van 56 op 42 dagen door de ziekenhuisverplegingsfondsen. Ook de ongetwijfeld minder krachtige physieke gesteldheid der menschen heeft hierbij een rol gespeeld. In ons verslag van 1941 opperden wij reeds de veronderstelling, dat, tengevolge van de werking van het Ziekenfondsenbesluit, het aantal niet-verzekerden zou afnemen, doch het aantal gevallen dat langere verpleging dan 42 dagen van noode zou hebben, wel zou toenemen. Wanneer wij nu met een jaar praktijk, na de invoering van het Ziekenfondsenbesluit, de cijfers vergelijken met die van 1941, treft het ons, dat het aantal patiënten, dat voor rekening van den dienst verpleegd is geworden, 185 bedraagt tegen 175 in 1941. Hierbij waren 122 verzekerden zij hadden onze hulp noodig in verband met langere verpleging dan 42 dagen tegen 63 niet-verzekerden. Deze cijfers waren over 1941 resp. 54 en 121. Hier komt zeer sterk de werking van het Zieken fondsenbesluit tot uiting. Het aantal verpleegdagen bedroeg over 1941 in totaal 7418, waarvan 2944 voor verzekerden en 4474 voor niet-verzekerden. In 1942 zijn deze cijfers in totaal 8665, waarvan 5521 voor verzekerden en 3144 voor niet-verzekerden. Er valt dus duidelijk een verschuiving waar te nemen van de niet-verzekerden naar de verzekerden met langeren verpleegtijd dan 42 dagen. De meerdere kosten, in vergelijking met het vorig jaar, moeten worden gezocht in het grooter aantal gevallen, n.l. 185 tegen 175 en het grooter aantal verpleeg dagen, n.l. 8665 tegen 7418. Achterstaand overzicht geeft een beeld van de verpleging in ziekenhuizen ge durende 1942 (bijlage A). 0 Voor een duidelijk overzicht geven we hieronder eenige vergelijkende cijfers met voorgaande jaren weer. Allereerst het aantal verzekerden, dat langere verpleging dan 42 dagen noodig had (voor de inwerkingtreding van het Ziekenfondsenbesluit was de verpleegtijd 56 dagen). duidelijk 1937 1938 1939 1940 1941 1942 72 64 63 50 54 122 uit het volgende overzicht omtrent het aantal dagen blijkt i Aantal dagen 1937 1938 1939 1940 1941 1942 1- 10 39 30 32 28 32 38 11- 25 59 62 62 41 68 62 26- 50 47 31 41 21 40 38 51-100 32 25 18 22 21 26 101-200 18 22 10 9 6 14 201-300 2 4 2 2 3 4 daarboven 5 1 2 1 5 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1942 | | pagina 54