32
welke in 1941 in behandeling waren gebleven een van die schoot-
steenen werd hersteld, terwijl de andere steeds buiten gebruik is
gebleven; zij werd niet he'steld. e, ren van verschillende
dracht werd^ge.olg gegeven. In alle gevallen werd een aansluiting
de'straat lagflek^was. Bij inspectie bleek de leiding naar de put
^eiiT^ae^f^emaand0werd^en1kdach^nigediend^ ojrer^een^bouwj
kracte°gêfr0o0ndSte.enzdn. Na aTschrijving werd verbetering aan-
9ta Mei kwa» een k,achtab=t van ee»
van een perceel uit d p afaesneden. Bij informatie bleek,
door haar bewoonde P"^1 genegen was het ver-
ilS,gdbe°Vbe°dÏgvnoo, water bende, nteS
lfidina te geven. Hieraan is spoedig gevolg gegeve
dezelidemaand werd^^«^Vrfef '«V».
woner van een perceel u -cmf>t was Bii een plaatselijk in-
gebeld SerzoeL b£ de klacht gegrond te zijn. Na aanschrijving
11 woning te zuiveren is hieraan gevolg gegeven.
In dezelfde maand kwam
hdk'^fan S<een °perceel hrd^Dieserstraat. Na aanschrijvingen werden
de noodige verbeteringen aangebracht,
de maand juli z„n
sfraat"en een SluTin'de Achterhoven. Na aanschrijving is
tot slooping overgegaan.
33
In September werd door bewoners van perceelen in de Dieser-
straat en Polsbroek over besmetting van hun woningen met
wandgedierte geklaagd. Bij een plaatselijk ingesteld onderzoek
bleken de klachten gegrond te zijn. Na diverse besprekingen en
aanschrijvingen om hierin verbetering aan te brengen werd hier
aan voldaan.
In October werd een klacht ingediend over een lekkend dak
van een perceel in de Waterstraat. Bij een plaatselijk ingesteld
onderzoek bleek de klacht gegrond te zijn. Ook hier werd na
aanschrijving verbetering aangebracht.
In November kwam een klacht in over een voor de passage
in gevaarlijken toestand verkeerende dakgoot van een perceel in
de Barlheze. Bij onderzoek bleek de klacht gegrond te zijn. De
goot werd na aanschrijving hersteld.
In December werd een klacht ingediend over een lekkend dak
van een perceel in het Kerksteegje. Bij onderzoek bleek de klacht
gegrond te zijn. Aan de aanzegging om verbetering aan te brengen
werd gevolg gegeven.
HOOFDSTUK IX.
WATERSTAAT.
Waterleidingen en beken.
Aan waterleidingen en beken, voor zoover zij bij den dienst van
gemeentewerken in onderhoud waren, werden geen bijzondere
werkzaamheden verricht. De Berkel binnen de stad werd zooveel
mogelijk gespuid.
De lijst van overeenkomstige werken, in onderhoud bij den dienst
van landerijen, onderging geen verandering.
Deze waterleidingen en beken werden tweemaal, enkele vaker
gesneden de groote breede beken met de kettingzeis, de kleine
met de gewone slootzeis.
Tijdens lage rivierstanden werden zij bovendien met de schop
schoongemaakt.
Hun totale lengte bedroeg ruim 57 km.
Aan de vervuiling van den benedenloop van de Voorstondensche
beek is, nu het vuile water van Eerbeek door de rioleering in
den IJssel wordt geloosd, een einde gekomen. De verbetering van
den benedenloop van genoemde beek kwam in het verslagjaar ge
heel gereed. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat de visch-
stand op den Ouden IJssel en op de Hoendernesterbeek weer ver
beterd is.