42
Sluizen en stuwen.
De sluizen en stuwen werden met de daarvoor be
schikbare gelden zoo goed mogelijk onderhouden.
Verbeteringswerken van eenig belang behoefden niet
te geschieden.
Rivieren, kanalen, vaarten, grachten, havens
en andere werken.
De IJsselstanden werden dagelijks aan de rijkspeil
schaal aan de IJsselkade opgenomen. De hoogste
stand werd op 25 Maart waargenomen en bedroeg
7.25 N.A.P. De laagste waterstand werd in Januari
genoteerd n.l. 2.82 N.A.P. De gemiddelde rivier
stand was gedurende het verslagjaar 4.95 -f- N.A.P. of
61 cm boven den gemiddelden rivierstand in de jaren
1921 tot en met 1930 die 4.34 -J- N.A.P. bedroeg.
De Binnengracht werd gedurende 56 dagen afge
sloten, in welken tijd de pompinstallatie, staande in
den tuin van het gymnasium tot bemaling van de
Binnengracht, gedurende 233 uren dienst moest doen.
De grachten in en om de stad werden zooveel moge
lijk schoon gehouden.
Kaden.
Het onderhoud der kaden bepaalde zich tot eenige
herstellingen van de daar langs aanwezige remmings-
werken.
Onderhoud der kribben.
De krib- en beslagwerken in onderhoud bij den dienst
der gemeente-landerijen werden gedurende het verslag
jaar goed nagezien en onderhouden. Het benoodigde
kribhout werd verkregen van het langs de landerijen
groeiende wilgenhout. De kribpalen werden in de loods
43
op den Houtwal bij slecht weer gemaakt door het vaste
personeel der landerijen.
Bruggen en duikers.
Door de zorg van den Rijkswaterstaat werd de ver
nielde IJsselbrug opgeruimd en werd met den bouw
van een nieuwe brug aangevangen.
Nu de IJsselbrug moest worden vernieuwd is van de
gelegenheid gebruik gemaakt om den onderdoorgang
onder die brug aan de stadszijde wat breeder te maken.
De wijziging van het landhoofd werd door den Rijks
waterstaat uitgevoerd, die van den aansluitenden keer-
muur kwam voor rekening van de gemeente en werd
uitgevoerd door M. Jurriëns en Zoon alhier.
De vernielde Oostveensche brug werd hersteld. In
de plaats van de vernielde Spittaalbrug werd een houten
noodbrug gelegd.
Bij de vernielde Larebrug is door Duitsche militairen
een houten hulpbrug gemaakt. De ruïne van deze brug
werd zooveel mogelijk opgeruimd.
Het metselwerk van de Berkelpoortbrug werd grondig
nagezien en hersteld. Over de bogen van deze brug
is een plaat van gewapend beton aangebracht, die
eensdeels ten doel heeft een waterdichte afsluiting van
het wegdek te vormen en die anderdeels de belasting
van het verkeer regelmatig over de bogen verdeeld.
Het werk werd uitgevoerd door J. van Limburg
te Apeldoorn.
De bruggen verkeeren in een behoorlijken staat van
onderhoud.
Verder wordt verwezen naar hetgeen ter zake is
opgemerkt in het hoofdstuk Gemeentewerken onder
Algemeen.