Bijlage S. 20 gereserveerd. Volgens hetzelfde artikel wordt het ge leden verlies over die jaren, totaal f 2.936.61, en wel f 1.456.26 in complex I, f 1.380.25 in complex IV en f 100.10 in complex V, uit dezen post gedekt. De reserve wegens winst uit verkoopen bedroeg per 1 Januari 1940 f 144.788.44 zij vermeerderde in 1940 wegens te weinig in rekening gebrachte koopsommen met 75.85 f 144.864.29 en verminderde wegens te veel in reke ning gebrachte koopsommen met303.94 zoodat zij per 31 December 1940 bedroeg f 144.560.35 (zie ook de toelichting op no. 3 der Activa en no. 6 der Passiva). 6. Reserve, dekking taxatieverschillen. Op dezen post zijn de door de gemeente tot en met 1936 gedane jaarlijksche uitkeeringen van f 5.000 ge boekt, ter vorming van een reserve voor dekking van eventueele nadeelige verschillen bij periodieke taxatie. Op deze reserve werd ten laste der exploitatiereke ning over de jaren 1931 tot en met 1939 f 7.062.10 en over 1940 f 1.472.17 rente bijgeschreven (zie ook de toelichting op no. 3 der Activa en no. 5 der Passiva). 7. Erfpachtsreserve. Evenals vorige jaren is uit de erfpachtscanons weder een bedrag van f 250 afgezonderd, ter vorming van een fonds. Over de jaren 1931 tot en met 1939 werd f 375.40 en over 1940 f 100.63 aan rente bijgeschreven. Bijlage S. 21 8. Taxatieverschil. Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen in het al gemeen gedeelte onder het hoofd „Schatting der gronden is opgemerkt. 9. Gemeente, nog in leening op te nemen. Deze post staat tegenover den post „Gemeente, verrekenposten' (zie no. 4 der Activa). Het saldo van deze rekening ad f 204.021.57 zou zoo noodig in een door de gemeente aan te gane geldleening kunnen worden opgenomen. Zij wordt namelijk gecrediteerd voor de kapitaalsuitgaven en gedebiteerd voor de in mindering van deze uitgaven komende kapitaalsinkom sten. Van de inkomsten zijn uitgezonderd de bij ver koopen gemaakte winst, de reserve voor de dekking van taxatieverschillen en de erfpachtsreserve. Zie ook de onder de bijlagen opgenomen verdeeling van schuld en rente over de complexen, alsmede het geen in het algemeen gedeelte van het verslag onder het hoofd „Schuld" is opgemerkt. 10. Rente van het waardeverschil bij inbreng. De over 1940 te betalen rente van het waardever schil bij inbreng bedraagt f 11.800.82 (dus +2.2%). Deze rente is nog niet aan de gemeente uitbetaald en daarom als schuld in het credit der balans opgenomen. 11Crediteuren. Het aan de gemeente verschuldigde bedrag ad f 1.054.24 wegens kosten van het aanleggen van wegen enz. over het vierde kwartaal 1940 is op deze rekening geboekt.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1940 | | pagina 233