Bijlage O.
8
toestand op de arbeidsmarkt op 1 Januari 1940 gunstiger
af dan dat dit in 1939 en 1938 het geval was.
Op 1 Januari 1940 stonden ingeschreven 514 werk
zoekende mannen tegen 697 op 1 Januari 1939 en 837
op 1 Januari 1938. Evenals dit in de laatste maanden
van 1939 het geval was, namen de inschrijvingen ook
in de maand Januari van dit jaar nog toe, doch de
daarop volgende maanden Februari, Maart en April
vertoonden weer een gunstiger beeld. Door de ver
schillende defensiewerken welke in en buiten Zutphen
werden uitgevoerd, konden vele arbeidskrachten ge
plaatst worden. Vooral de maand April vertoonde te
dien opzichte een uitzonderlijk beeld. Toen werden in
totaal 200 arbeiders, voornamelijk bij bovengenoemde
werken, geplaatst, terwijl bovendien tal van arbeiders
buiten de arbeidsbeurs om, nog werk vonden. Het
gevolg hiervan was, dat op 1 Mei 339 werkzoekende
mannen stonden ingeschreven.
Door het uitbreken van den oorlog ontstond op de
arbeidsmarkt een zoodanige toestand, dat daardoor
het aantal werkzoekenden bij de arbeidsbeurs tot een
ongekend aantal van 720 opliep. De oorzaak hiervan
was te zoeken in het plotseling tijdelijk stopzetten van
verschillende ondernemingen, omdat alle vervoer,
zoowel te water als te land was gestremd.
Verschillende bedrijven waren genoodzaakt minder
uren te werken. De groote toeloop van werkzoekenden
werd echter gestuit door de bepalingen, die de Secre
taris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken
krachtens de verordening van den Rijkscommissaris d.d.
11 Juni 1940 no. 8, betreffende het stilleggen van
ondernemingen, het invoeren van verkorten werktijd
en het ontslaan van arbeiders uitvaardigde. Het aantal
Bijlage O.
9
inschrijvingen liep dan ook in Juni, in vergelijking met
de maand Mei 60 terug. Veel arbeiders moesten
weer in dienst worden genomen. Doch na enkele
maanden hadden verschillende bedrijven zich weer
zoodanig weten te herstellen, dat vrijwel normaal
kon worden gewerkt.
Na de komst van den Fachwerber werd de bemidde
ling naar Duitschland krachtig ter hand genomen, met
als gevolg, dat een vrij groot aantal werklooze arbei
ders naar het buitenland werd bemiddeld.
Door de vele opruimings- en herstelwerkzaamheden
aan woningen, bruggen enz. kon een groot aantal
werkzoekenden geruimen tijd tewerkgesteld worden,
wat het aantal ingeschreven werkzoekende mannen
gunstig beinvloedde.
Aan het einde van het jaar stonden nog inge
schreven 418 mannen, zoodat geconstateerd kan
worden, dat dit aantal 100 lager is dan dat op het
eind van December 1939.
Een splitsing naar leeftijden van de aantallen inge
schrevenen op 1 October van de laatste drie jaren
volgt hieronder
1 Oct. 1938 1 Oct. 1939 1 Oct. 1940
14—17 jaar
18
13
22
18—24
62
47
38
25-30
126
69
55
31—40
175
.140
127
41-50
84
98
79
51-60
97
97
98
61 jaar en ouder
24
25
32