Bijlage O. 4 A. J. v. d. Laar, Burgemeester van Lichtenvoorde. A. W. Monnik, Burgemeester van Aalten. G. A. te Siepe, lid-werkgever, Winterswijk. M. Straalman, lid-werknemer, Brummen. 3. Organisatie, personeel, inrichting gebouw. Hoewel het personeel op 1 Januari 1940, de jeugd- registratie inbegrepen, uit 6 personen bestond, bleek sedert Mei van dit jaar, dat door de bijzondere om standigheden, welke zich in verband met het uitbreken van den oorlog ten opzichte van de arbeidsbemiddeling voordeden, personeelsuitbreiding niet te vermijden was. Op 15 Juli trad W. F. Koek, komende uit den militairen dienst, weder als tijdelijk schrijver in functie. Tezelfder tijd werd vanwege de Duitsche autoriteiten een Duitsche vakbemiddelaar aan de beurs toegevoegd op diens verzoek moest voor de bemiddeling onmiddellijk meerder personeel in dienst worden genomen. Op 1 Augustus 1940 trad R. van Binsbergen als tijdelijk schrijver in dienst. In verband met de aan de statistiek verbonden meerdere werkzaamheden werd op 10 September 1940 A. L. Akkerman eveneens als tijdelijk schrijver in dienst genomen. Op 2 October 1940 werd met mejuffrouw S. A. Th. Valck Lucassen, als tijdelijk steno-typiste voor de buitenlandsche afdeeling een arbeidsovereenkomst aan gegaan. Aangezien ook met deze uitbreiding nog niet volstaan kon worden trad T. J. E. de Boer, voor de arbeidsbemiddeling in het algemeen, op 14 October en H. P. Ribbers, voor de bemiddeling naar het buitenland, met ingang van 23 October 1940 als tijdelijk schrijvers in dienst. Bijlage O. 5 Toen ook daarna voor de buitenlandsche bemiddeling nog een kracht noodzakelijk bleek, werd op 7 November d.o.v. met J. Harenberg als tijdelijk schrijver een arbeidsovereenkomst aangegaan. Door de buitengewone personeelsuitbreiding deed zich nu het gebrek aan kantoorruimte wel zeer sterk gevoelen en moest daarom dringend naar een grooter gebouw worden omgezien. Na eenig zoeken viel de keus op het pand Deventer- weg no. 125, hetwelk het meest geschikt werd geacht. Met ingang van 15 October 1940 werd de dienst naar dit gebouw overgeplaatst. Ook de jeugdregistratie, welke voordien in een af zonderlijk lokaal was gehuisvest, werd hierin onder gebracht. Hoewel gelegen buiten het centrum van de stad, kan toch geconstateerd worden, dat dit gebouw een aan zienlijke verbetering beteekent, wat vooral de arbeids bemiddeling maar ook het personeel ten goede komt. Ingevolge verordening no. 108/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, werd de directeur met ingang van 22 November uit zijn functie ontheven. Als leider der jeugdregistratie trad ook dit jaar op E. v. d. M e u 1 e n. II. VERGADERINGEN. ALGEMEENE WERKZAAMHEDEN. 1. Vergaderingen. Gedurende dit verslagjaar heeft geen vergadering met de Commissie van Toezicht plaats gehad. Aangezien

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1940 | | pagina 162