Bijlage N.
34
In deze overzichten is het aantal mandagen
in plaats van manweken vermeld, waardoor een
nauwkeuriger gemiddeld loon is verkregen.
Indeeling volgens De tewerkgestelden waren afkomstig uit de
beroepen. volgende beroepsgroepen
Vervaardiging van aardewerk, glas, kalk
en steen4
Boek- en steendrukkerijen, fotografische
ateliers
Bouwbedrijven enz161
Hout-, stroo- en kurkbewerking 18
Kleeding enz3
Leder, wasdoek, rubber3
Metaalnijverheid, scheeps- en rijtuigbouw 37
Papier17
Textielnijverheid1
Bereiding van voedings- en genotmiddelen 15
Landbouwbedrijven11
Handel- en verkeerswezen89
Arbeiders, niet tot bovenstaande groepen
behoorende (z.g. losse arbeiders). 127
Totaal 495
Ziekte en Met den Raad van Arbeid en de bedrijfsver-
ongevallen. eenigingen voor ziekengeld heeft een geregeld
contact plaats gehad. De samenwerking was ook
thans weer van zeer prettigen aard. De uitbetaling
van het ziekengeld had in de meeste gevallen via
onzen dienst plaats. Er werden aangegeven 133
ziektegevallen en 51 ongevallen, totaal 184 ge
vallen.
In totaal werd door onzen dienst uitbetaald
een bedrag van f 5728.22, terwijl van de bedrijfs-
Bijlage N.
35
vereenigingen werd terugontvangen f 5666.52.
Het verschil is een gevolg van het verleenen van
voorschotten door onzen dienst op de uitkeeringen
krachtens de ongevallen- en ziektewet, waardoor
het gebeurt, dat in sommige gevallen meer voor
schot wordt verstrekt dan het totale ongevallen-
of ziektegeld bedraagt.
Inhoudingen. Het totale bedrag aan inhoudingen voor andere
diensten of instellingen beliep over 1940 f 653.24.
De inhoudingen hebben plaats gehad voor de
volgende doeleinden
Rijksbelastingenf 448.03
Gemeentelijke belastingen11.05
Pachten6.25
Gem. Electr. Bedrijf 3.—
Voogdijraad184.91
Totaal f 653.24
Rentezegels. Tenslotte valt nog te vermelden, dat ten be
hoeve van de arbeiders in de werkverruiming
voor een bedrag van f 4218.63 aan rentezegels
werd geplakt.
8. Extra hulp aan werkloozen in 1940.
Evenals in vorige jaren is in 1940 extra hulp,
z.g. B.-steun, aan werkloozen en kleine grond
gebruikers verstrekt. Door het Departement
van sociale zaken werd, bij brieven van 3 Mei
en 28 Juni 1940, een bedrag van f 6.42 per
werklooze en f 3.21 per kleine grondgebruiker
toegekend. Bij raadsbesluit van 14 Juni 1940 werd
voor die uitkeering een crediet verleend, berekend
naar het aantal ingeschreven werkloozen over de