Bijlage J. VERSLAG over het GEMEENTE-ARCHIEF te Zutphen in 1940. Ingevolge artikel 13 mijner instructie zend ik hierbij aan Uw College het verslag over het gemeente-archief in 1940. De beide eerste punten, waarover mijn verslag moet handelen, ga ik stilzwijgend voorbij onder ver wijzing naar mijn verslagen van de voorafgegane jaren. De materieele toestand van het archief is goed. Uw College machtigde mij bij schrijven van 9 Mei 1940, om de uitgave van den inventaris van het oud archief der stad (tot 1816) op te dragen aan de N.V. Kemink en Zoon te Utrecht. Door de tijdsomstan digheden is het werk niet in het verslagjaar op den daarvoor bepaalden tijd gereedgekomen. Echter kwamen de exemplaren in April van dit jaar in mijn bezit. De uitgave maakt een goed verzorgden indruk. Intusschen ben ik ermede begonnen, systematisch de registers van het oud-rechterlijk archief der stad, die mij tot dit doel geregeld uit Arnhem worden toegezon den, door te werken en er uit te noteeren, wat voor de plaatselijke geschiedenis van belang is. In de Zutphensche Courant van 7 Juni, 21 Juni, 2 Juli, 13 Juli en 16 November 1940 verschenen ar tikelen van mijn hand, resp. getiteld„Uit den tijd van overgang", „Staring en Zutphen", „Andreas Ever wijn van Doesburg, pater van Adamanshuis in moei lijke jaren", „Een kloosterinventaris uit het jaar 1615",

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1940 | | pagina 102