Bijlage T.
20
13
diversen
monsters, qenomen aan fabrieken, tijdens afleve-
monsters, genomen van groote slijters 33
monsters, onderzocht op verzoek van belang-
hebbenden
bovendien werden nog onderzocht door den
dierenarts verzamelde se- en excreta 17
Door de afwezigheid van personeel om de redenen in
den aanvang van dit verslag vermeld, is de controle
op de aangevoerde melk door de veehouders aan de
fabrieken aanzienlijk minder geweest dan de vorige jaren.
a. Consumptiemelk.
Van de 6261 monsters consumptiemelk, genomen bij
handelaren, voldeden niet aan de eischen 975, d. i.
15.6 (in 1938 8.6 en wel om de navolgende
redenen
watertoevoeging135 (v. j. 54)
te weinig vet in de droge stof 228 (v. j. 99)
te veel vuil bevattend60 (v. j. 42)
melk bevattend van uierziek vee 662 (v. j. 273)
Het aantal afwijkingen is dus wel zeer veel hooger
dan de vorige jaren, doch dit moet vooral worden
toegeschreven aan de wijze, waarop ingevolge de
Ministeriëele Beschikking van 8 December 1938, no.
1851 D/doss. 55 afd. Volksgezondheid, een monster
als „afgekeurd" moet worden aangemerkt, n.l. indien het
resultaat van het onderzoek aanleiding geeft tot het
nemen van eenigen maatregel.
Op grond van de gevonden afwijkingen werden 361
Bijlage T.
21
schriftelijke of mondelinge waarschuwingen gegeven,
terwijl de navolgende processen-verbaal werden op
gemaakt
11 maal wegens toevoeging van water,
7 een te laag procentisch vetgehalte,
2 het bevatten van te veel vuil,
1 den verkoop van melk, welke ge
mengd was met melk van kennelijk ernstig uierziek vee.
In die gevallen, waarin een waarschuwing werd ver
zonden wegens het verkoopen van melk, welke van
uierziek vee afkomstig bleek te zijn, werd tevens aan
gedrongen op het raadplegen van den plaatselijken
dierenarts. Als gevolg hiervan werd door de betrokken
dierenartsen 56 keeren bericht gezonden, dat één of
meer koeien met uierkwalen waren opgespoord.
Door den aan den dienst verbonden dierenarts
werden 99 bedrijven van consumptiemelkers met in
totaal 768 koeien gecontroleerd. Hierbij werden 122
dieren gevonden met ziekelijke afwijkingen in één of
meer uierkwartieren. Bovendien werden 2 koeien met
besmettelijke longtuberculose gevonden, terwijl 8 dieren
klinisch verdacht waren; bij deze 8 was nochtans in
se- en excreta de bacil van Koch niet aan te toonen.
In 3 gevallen werden koeien met een ernstig huid
lijden (sarcopte-schurft) en in 1 geval een dier met
ernstige darmontstekingen diarrheegevonden. 38 keeren
moest op deze bedrijven een aanmerking worden ge
maakt op onvoldoend zindelijken staat van stal en/of
koeien, terwijl 45 waarschuwingen werden gegeven
wegens onvoldoend zindelijke wijze van bewaren of
behandelen der melk. Ter gelegenheid van de stalbe-
zoeken zijn door den dierenarts 88 sputummonsters en
17 monsters se- en excreta verzameld.
i 141
ring door leveranciers
04
