Bijlage O. 6 2. Overleg en samenwerking met organisaties van werkgevers en werknemers en met andere lichamen inzake arbeidsbemiddeling. Het contact met werkgevers, werknemers en met het bedrijfsleven is noodzakelijk, om eenig succes te verkrijgen. Vandaar wordt dit contact zooveel mogelijk gezocht. Niet altijd gaat dat echter even gemakkelijk. Over het algemeen werd wel medewerking verleend. 3. Bemoeiingen tot verbetering van de werkzaam heden der Arbeidsbeurs. Op 2 Februari 1939 werd ten bate van de arbeids bemiddeling voor vrouwen door de ambtenares van deze afdeeling aan de arbeidsbeurs een causerie ge houden voor de Nederlandsche Vereeniging van Huis vrouwen te Zutphen. III. DE TOESTAND VAN EN DE GEBEUR TENISSEN OP DE ARBEIDSMARKT IN DE GEMEENTE. 1. De arbeidsmarkt. Zooals reeds in het vorige verslag werd opgemerkt, was de toestand op de arbeidsmarkt eind 1938 veel gunstiger dan eind 1937. Zoo stonden dan op 1 Januari 1939 ingeschreven 697 werkzoekende mannen tegen 837 op 1 Januari 1938. Het begin van het jaar leek dus niet ongunstig. De verwachting, dat de daling zou voortduren, kwam echter in de eerste drie maanden niet in vervulling. Op 1 April stonden nog 641, op 1 Mei echter nog 587 mannen Bijlage O. 7 ingeschreven. Daaraan was echter het onder de wapenen roepen van de grenstroepen niet geheel vreemd en evenmin de vervanging door werkloozen. In totaal gingen er daardoor ongeveer 50 mannen onder dienst. Voor het eerst sinds 1932 kwam het aantal inge schreven werkzoekende mannen beneden de 500. Half Juli was dit het geval. De mobilisatie heeft natuurlijk zijn invloed doen gelden, echter niet, zooals eerst werd verwacht, in tegendeel. De week van de mobilisatie was het aantal ingeschreven mannen 463. dit nam in de volgende week toe tot 544, vervolgens 523, 524, waarna weer een daling optrad en wel 1ste week October 476, 3e week 471, enz. Het seizoen begon toen zijn invloed te doen gelden, waardoor er een langzame stijging ontstond tot 514 op den laatsten Zaterdag van het jaar. Een splitsing naar leeftijden van de aantallen inge schrevenen op 1 October van drie jaren volgt hier 1 Oct. 1937 1 Oct. 1938 1 Oct. 1939 14-17 jaar 27 18 13 18-24 110 82 47 25—30 148 126 69 31-40 204 175 140 41-50 94 84 98 51-60 86 97 97 61 jaar en ouder 21 24 25 De daling, die in de leeftijden tot 30 jaar in hoofd zaak school, werd door de mobilisatie nog vergroot, terwijl in de oudere leeftijden eerder een stijging plaats vond in verhouding tot de totalen der ingeschrevenen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1939 | | pagina 161