24
25
HOOFDSTUK IV.
FINANCIËN.
Algemeen.
Kon bij het schrijven van dit verslag over 1938 het
rekeningseindcijfer over dat jaar reeds worden mede
gedeeld, thans is hetzelfde mogelijk ten aanzien van
1939, althans ten naaste bij. Het staat namelijk vast,
dat de gemeenterekening over 1939 zal sluiten met
een batig saldo van ongeveer f 87000.
Hoewel dit bedrag, in vergelijking met 1938, een
voordeelig verschil vertoond van rond f 53000, moet
toch worden vastgesteld, dat de dienst 1939, op zich
zelf genomen een tekort heeft opgeleverd, dat als volgt
kan worden becijferd
ingebracht saldo 1937 f 83807
aan de reserve onttrokken23000
totaal f 106807
batig saldo 1939 87000
tekort f 19807
of rond f 20000.
Bij de vaststelling der begrooting voor 1939 werd
tot heffing van tien opcenten meer, dus van het
maximum aantal ad 75, op de gemeentefondsbelasting
besloten. Die op de personeele belasting werden door
den Raad op 180 200 gehandhaafd, niettegenstaande
ook hiervoor verhooging met tien procent was voor
gesteld.
1935
1936
1937
1938
1939
1.
Huur van huizen
en andere ge
bouwen
f 19886.-
f 18204.
f 17919.
f 16850.
f 16759.-
2.
Huur of pacht van
landerijen
57915.—
54973.-
54303.-
58852.—
60440.-
3.
Opbrengst van den
houthak
507.-
434.-
1456.—
997.-
4.—
4.
Opbrengst van
grasverpachtingen
17336
19956.-
17420.—
19792.-
28839.-
5.
Pacht van de jacht
en visscherij
2307.-
2176.
2176.-
2238.—
1033.—
6.
Cijnzen en erf
pachten
11922.
11872.
11873.-
12388.—
11873.—