Bijlage K.
4
verregaande verontreiniging onder de bogen een einde
te maken. Het wordt tijd dat het publiek zooveel
respect voor zijn helaas te weinige historische monu
menten van eersten rang krijgt om zich van dergelijke
excessen te onthouden.
Wijnhuistoren. Deze zelfde wensch geldt ten aanzien
van den overloop in den Wijnhuistoren, die liederlijk
verontreinigd wordt, zoo zelfs dat het metselwerk wordt
verteerd en de steen dreigt los te geraken en op nieuw
gevoegd te moeten worden.
Begroeiing monumenten. Tot ons genoegen mochten
wij ervaren dat aan een verzoek van het Wijnhuis
fonds aan het Gemeentebestuur werd voldaan door het
ontdoen van de Berkelruïne, den walmuur op het Ha-
gepoortplein en den Drogenapstoren van klimop en
begroeiing, die hoe schoon voor het oog ook
haar vernielende werk snel doet.
Bolwerck. In het centrum van de belangstelling
stond de restauratie van het Bolwerck. Bij de openbare
aanbesteding op 29 April 1939 bleek de laagste inschrijver
te zijn Jacob Prett te Oostzaan.
Na op 1 Juni 1939 daartoe bekomen goedkeuring
van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen kon op 2 Juni d.a.v. gegund worden aan
dezen aannemer, die de restauratie terstond met voort
varendheid heeft ondernomen. Met groote omzichtigheid
moest echter gewerkt worden om niet voor den architect
belangrijke gegevens verloren te doen gaan, door te
snel sloopen of schoonmaken, zoodat van snel werken,
gelijk bij alle restauratie-werkzaamheden, geen sprake
kon zijn.
Bijlage K.
5
Toch is thans het metselwerk nagenoeg gereed gekomen.
De enorme gothische boogvensters van den voor
gevel van het oudste huis, de zijgevels en achtergevel
zijn volgens de in het metselwerk gevonden gegevens
weder in staat gebracht.
De gevels van het nieuwere huis ondergingen slechts
reparaties.
Aan het voormalige koetshuis in den tuin verrees
een geheel nieuwe achtergevel die daarvan een vroolijke
en zonnige kinderleeszaal en -bibliotheek belooft te
maken.
De oude stadsmuur in den tuin werd eveneens in
eere hersteld.
De eerste kanteelingen verrezen reeds op den omgang.
Voldoende gegevens werden gevonden om een beeld
te verkrijgen van de aansluiting van den muur aan den
Drogenapstoren, waar eens een wachthuisje gestaan
moet hebben, en tevens om den steenen trap in den
muur, die van uit den boventuin van het Bolwerck in
het wachthuisje uitkomt, en vandaar toegang geeft tot
den Drogenapstoren, te herstellen. Dit laatste werk is
reeds gereed.
Door den invallenden vorst werd de voltooiing dezer
werkzaamheden echter opgeschort.
In dit verband maken wij dankbaar melding van een
besluit van den Gemeenteraad van Zutphen om een
bedrag van f 500.— aan de Stichting toe te kennen
voor de restauratie van het gedeelte van den muur
met het wachthuisje, dat onmiddellijk bij den Droge
napstoren aansluit, en eigendom van de Gemeente is.
Veel timmerwerk en werkzaamheden aan het interieur
van het Bolwerck blijven nog te verrichten.