Bijlage X. 6 aantal ambtenaren met ingang van 1 Maart 1936 bepaald op 1 per 30.000 inwoners buiten den directeur, zoodat voor dezen dienst het aantal ambtenaren werd bepaald op 16 het personeel werd dientengevolge uitgebreid met 2 analisten, 2 keurmeesters, 1 administratief amb tenaar en 1 veearts, met dien verstande, dat de laatst genoemde ambtenaar tevens werkzaam is gesteld in het keuringsgebied Nijmegen. In het afgeloopen verslagjaar bleek reeds spoedig, dat het aantal keurmeesters, dat 1 op 70.000 inwoners mag bedragen, voor een zoo uitgebreid en niet dicht bevolkt gebied als dat van Zutphen te gering moet worden geacht, omdat de nuttige werktijd van de keurmeesters door de groote afstanden, die zij da gelijks moeten afleggen, sterk is besnoeid. In de ontstane vacatures werden uitsluitend benoemd wachtgelders van de opgeheven diensten te Arnhem en Zwolle en wel Dr. W. H. F. C. Majoewsky veearts. W. A. Vach analyst le klasse. J. C. Haes keurmeester. FHoutstra keurmeester. J. Knol concierge-amanuensis. De amanuensis Spronk werd aangesteld als analyst, terwijl voor de administratie benoemd werd M. Bosman. In den loop van het jaar werd de 2e scheikundige Ir. A. E. J. Peek benoemd tot directeur van den Keurings dienst van Waren te Maastrichtde dienst verloor hier door een zeer toegewijd en kundig ambtenaar, wiens vertrek door allen vooral ook wegens zijn prettig optreden werd betreurd. In zijn plaats werd benoemd Mej. H. Lazet, schei kundige, wachtgeldster bij den voormaligen Keurings dienst te Zwolle. Bijlage X. 7 Als volontairs zijn gedurende het verslagjaar werk zaam geweest de dames H. F. de Graaf, G. Rijp ma en M. de Graaf en de heeren S. Hoek, J. H. L. Wagenvoord, A. Hassing en A. Gazenbeek. De door hen verrichte werkzaamheden zijn den dienst zeer ten goede gekomen. Mejuffro uw H. F. de Graaf behaalde het diploma van analyst der Ned. Chemische Vereeniging. De groote gebiedsuitbreiding vereischte eene geheele nieuwe organisatie van den buitendienst. Dank zij de goede opvatting van de nieuw opgelegde taak door alle keurmeesters kon de dienst reeds spoedig regelmatig loopen, hoewel zeer veel tijd van hen ge vraagd werd voor administratieve werkzaamheden ten dienste van de retributie. Ook de Nederlandsche Zuivelcentrale legde zeer vaak beslag op hun tijd, zoodat voor de inspecties in het afgeloopen jaar niet zoo veel tijd beschikbaar is geweest, als wel voor eene goede controle gewenscht was. De heffing en inning van het verschuldigd recht ingevolge Artikel 13 van de Warenwet werd bij Kon. besluit van 22 Februari 1936 S. 842 geregeld. Ingevolge de wensch van de Regeering werden de keuringsdiensten belast met de administratie der retri buties en het maken der kohieren en aanslagbiljetten. In het belang van de uniformiteit dezer regeling over het geheele land, heeft deze dienst zich belast met den aanschaf voor vrijwel alle keuringsdiensten van de machines met voorsteekinrichting, het drukwerk en het benoodigde materiaal voor het nieuwe kaartsysteem. De werkzaamheden voor de retributie waren zóó

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1936 | | pagina 254