Bijlage R.
4
Minder geslacht dan in 1935 werden 308 runderen,
77 vette kalveren, 602 nuchtere kalveren, 143 schapen
en 220 varkens; meer 6 paarden en 2 geiten. Hoewel
een groot aantal der mindere slachtingen op de nuch
tere kalveren valt, zijn deze cijfers toch teleurstellend
en de stille verwachting dat de achteruitgang van het
aantal slachtingen tot staan zou zijn gekomen, is ijdel
gebleken.
Op het oogenblik zijn ook de vooruitzichten voor
1937 niet gunstig. De crisismaatregelen en de vermin
derde koopkracht zijn hieraan ten deele schuld.
Voor de vleeschwarenfabrieken werden geslacht 74
runderen, 12 graskalveren en 1283 nuchtere kalveren
tegen resp. 171, 54 en 1709 in 1935.
Aan slacht-, keur- en koelloon werd ontvangen
f 41.912.78 (v.j. f 45.921.75).
Voor export werd niet geslacht.
Stallen en voederen. Het aantal etmalen gedurende
welke slachtdieren met of zonder voedsel in de stallen
verbleven, bedroeg
Bijlage R.
5
Aan rechten werd ontvangen f 46.10 (v. j. f 90.40).
Wegen. Gewogen werden
Aan rechten werd ontvangen f 1549.80 (v. j. f 1920.35).
Invoer. Ingevoerd en ter keuring aangeboden werden
c°-
Van het ingevoerde vleesch was 185.243 K.G. (v.j.
103.769 K.G.) bestemd voor een vleeschwarenfabriek.
Aan rechten werd ontvangen f 6690.99 (v. j. f 5186.80).
Paarden. |J
Runderen.
Kalveren.
Nucht. Kalv.
Schapen.
Geiten.
Varkens.
Totaal.
84
2010
1796
1758
666
22
2973
9309
1935
78
2318
1873
2360
809
20
3193
10651
Paarden
Runderen
Kalveren
Veulens
Overige
dieren
Totaal etmalen
stallen.
stal
voeder
stal
voeder
stal
voeder
137
3
82
223
1935
244
9
24
136
404
Levend
Geslacht
Partijen vleesch
Groot
vee
Klein
vee
200 K.G.
of meer
tot
200 K.G.
tot
50 K.G.
50-100
K.G.
100 K.G.
of meer
117
2592
1405
2717
963
640
225
1935
148
3059
1707
3777
1049
776
270
G
CJ
13
13
G
3
X
j>
*3
G
u
ra
CJ
ra c
cc
J! O
t-
CJ c
13 •-
G
1935
603/4
37'/a
28V4 12272 21.502
19'/2 1 1217a
20.951
259.763
171.396