3 320
Bijlage Q.
4
Bestuur.
Het Burgerlijk Armbestuur was als volgt samen
gesteld
Dr. H. Lier, voorzitter,
Mevr. I. Reesink—Bonebakker,
L. J. Spier,
J. A. Meuris,
J. E. Beukenhorst.
Wegens vertrek buiten de gemeente werd aan den
heer Beukenhorst in de raadsvergadering van 20
Juli 1936 eervol ontslag verleend. In diens plaats werd
in de raadsvergadering van 14 September 1936 be
noemd de heer L. van Veen.
De heer L. J. Spier was aan de beurt van aftreden
en werd in de raadsvergadering van 21 December 1936
herbenoemd.
Krachtens het besluit van den Raad van 21 December
1936 werd door Burgemeester en Wethouders als
voorzitter de heer H. Koerselman aangewezen.
Op 1 Januari 1937 bestond derhalve het bestuur
uit de volgende leden
H. Koerselman, Wethouder, \2oorzitter
Mevr. I. Reesink Bonebakker,
L. J. Spier,
Dr. H. Lier,
J. A. Meuris,
L. van Veen.
Vergaderingen.
Het Burgerlijk Armbestuur kwam in 1936 16 maal
in vergaderingen bijeen. Er werden in totaal 779 (vorig
jaar 634) rapporten behandeld. Een vergadering met
Bijlage Q.
5
andere instellingen zooals vorig jaar, is in het afgeloopen
jaar niet gehouden. De samenwerking met de instel
lingenvan weldadigheid was van prettigen aard. Voor
zooveel noodig werden de door ons gevraagde inlich
tingen verstrekt, terwijl door den inlichtingendienst
vele inlichtingen en rapporten aan de plaatselijke in
stellingen verstrekt werden.
Bij enkele gevallen van dubbele bedeeling werd door
het Burgerlijk Armbestuur het toezicht uitgeoefend.
Bureau en Personeel.
De lang verbeide verbouwing heeft in het verslag
jaar zijn beslag gekregen. Een zeer groote en aan
gename verbetering is met de verbouwing tot stand
gekomen. De kantoorruimte is er ongeveer dubbel zoo
groot door geworden. Ook de verlichting is in alle
opzichten veel verbeterd.
Het personeel bestond aan het einde van het ver
slagjaar uit 2 ambtenaren in vasten dienst en 6 amb
tenaren in tijdelijken dienst. Door de steeds toenemende
werkzaamheden werd op 1 Februari 1936 een tijdelijke
kracht aangesteld, terwijl door den onvoldoenden tijd,
welke aan de controle kon worden besteed een tijdelijk
controleur aangesteld werd op 1 September 1936.
Aan een der ambtenaren werd een maand ziekte
verlof verleend. Er is ook in 1936 veel overwerk door
de ambtenaren verricht moeten worden.
Tengevolge van het instellen van den Dienst van
Sociale Zaken per 1 Januari 1937 is op dien datum
als Directeur van den dienst benoemd D. Mulder,
aan D. Bril een vaste aanstelling verleend en is hij
benoemd tot adjunct-commies 2e klasse, terwijl B. J.
Oosterheert eveneens tot adjunct-commies 2e klasse