24 waarin tot het doen der uitgaaf werd besloten. Deze aanschrijving kwam te laat om er bij de vaststelling der begrooting voor 1936 nog rekening mede te houden, maar nochtans grondden Ged. Staten hun verlangen erop. Na bespreking met Ged. Staten werd overeenstem- ming bereikt ten aanzien van het volgende a. het bedrag, waarmede het saldo 1934 de f 100000 overschreed, dus rond f 94000 zou over drie jaren worden verdeeld, zoodat de dienst 1936 kon worden geopend met een deel ad f 131000 van dat saldo; b. de verlangde aflossingen zouden alsnog op den gewonen dienst worden gebracht c. het alsdan tekort komende bedrag ad rond f 59000 zou worden gevonden door verhooging van het aantal opcenten op het personeel. Aangezien inmiddels bleek, dat het subsidie aan het burgerlijk armbestuur met f 24000 kon worden ver laagd, kon die verhooging tot 35 beperkt blijven, zoodat het aantal opcenten op de personeele belasting ten slotte werd bepaald op 165 tot 185. De ten laste der gemeente blijvende kosten voor werkloozenzorgover 1935 rond f 93000 beloopen hebbende, zullen over 1936 waarschijnlijk de f 100000 benaderen. Die voor het burgerlijk armbestuur waren met rond f 87000 ongeveer f 11000 hooger dan over 1935. Daarentegen was voor het ziekenhuis van het Oude en Nieuwe Gasthuis rond f 21000 benoodigd en liet deze post een overschot van f 20000. Voorts hebben de in den loop van 1936 ingevoerde maatregelen ten aanzien van Zutphens Ziekenhuisver- plegingsfonds doel getroffen het tekort liep terug van f 45700 in 1935 tot f 21000 in 1936, derhalve met rond f 25000. 25 Op aandrang van de Regeering werd wederom een verlaging der loonen van het gemeente-personeel in gevoerd, waardoor de uitgaven met ruim f 20000 werden verlaagd. De verlaging met ingang van 1 Januari 1936 met 1 dus tot 14'ƒ2 van de bijdragen voor pensioen voor dat personeel leverde een bezuiniging van rond f 7000 op. De daling der uitkeering uit het Gemeentefonds werd ook in 1936 voortgezet. Zij bedroeg rond f 22000. In vergelijking met 1933, het eerste kalenderjaar, waarin zij onverkort aan de begrooting ten goede kwam, beliep de teruggang een bedrag van rond f 79000. C,n nog is het einde bij lange na niet bereikt De belastingopbrengsten beantwoordden aan de ver wachtingen. D.w.z., dat die van de grondbelasting een bescheiden stijging vertoonde, die van de personeele, ten gevolge voornamelijk van lagere huurwaarde, een daling van 9 terwijl de gemeentefondsbelasting ten slotte voorloopig op slechts heel weinig minder dan het vorige belastingjaar is geraamd, evenals de vermogensbelasting. Gehoopt wordt, dat zij hiermee het laagste punt hebben bereikt. In 1936 werd een geldleening op langen termijn gesloten op onderhandsche schuldbekentenis tegen 4 en den parikoers. Verdere conversie van reeds loopende leeningen werd voorbereid. De uitkomsten der bedrijven waren nog steeds be vredigend. Voor de gasfabriek was geen winst geraamd, evenmin als voor het slachthuis ze leverden een bate op van onderscheidenlijk rond f 18000 en f 4000het electrici- teitsbedrijf en de waterleiding gaven als steeds, een overwinst en het grondbedrijf, dat aanvankelijk een

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1936 | | pagina 14