Bijlage M.
4
Met ingang van 31 Augustus werd op haar verzoek
ontslagen wegens huwelijk, Mej. A. v. d. Staaij als
klerk in tijdelijken dienst.
Op 11 September trad in dienst als kantoorbediende
op arbeidscontract Mej. M. de Graaf.
Van 1 Januari af werd de functie van chef-monteur
gerangschikt onder de ambtenaren, groep III.
Algemeen Overzicht.
De stroom werd ingekocht van de Provinciale Gel-
dersche Electriciteits Maatschappij en gemeten in het
schakelstation te Zutphen, waarin ook de schakel
inrichting van het G.E.B. is ondergebracht.
Ingekocht werden over 1936 3.537.838 K.W.U.
1935 3.416.719
Meer ingekocht dan over 1935 121.119 K.W.U.
of ruim 3.5
Verkocht werden over 1936 3.254.857 K.W.U.
1935 3.146.872
Meer verkocht dan over 1935 107.985 K.W.U.
of ruim 3.4
Hiervan werden afgegeven voor Licht
over 1936 133.967 K.W.U.
over 1935 138.947
Minder afgegeven dan over 1935 4.980 K.W.U.
of ongeveer 3.6
Afgegeven volgens het vastrechttarief
over 1936 1.274.292 K.W.U.
over 1935 1.202.032
Meer afgegeven dan over 1935 72.260 K.W.U.
of 6
Bijlage M.
5
Afgegeven voor Licht en Kracht over één meter
over 1936 1.789.775 K.W.U.
over 1935 1.750.002
Meer afgegeven dan over 1935 39.773 K.W.U.
Afgegeven voor Kracht (tarief C)
over 1936 56.823 K.W.U.
over 1935 55.891
Meer afgegeven dan over 1935 932 K.W.U.
Het verbruik voor Licht neemt steeds af als gevolg
van het overgaan van verbruikers op het vastrecht
tarief. Samenvoeging van het verbruik van beide cate-
goriën tezamen geeft een juist overzicht over de werke
lijke toename van het verbruik.
Voor Licht en Vastrecht tezamen werden afgegeven
over 1936 1.408.259 K.W.U.
over 1935 1.340.979
Meer afgegeven dan in 1935 67.280 K.W.U.
of ruim 5
Deze vermeerdering is niet uitsluitend gevolg van
vermeerdering van het aantal verbruikers, doch mede
van meerder gebruik per aansluiting. Dit bedroeg 303
K.W.U. tegen 297 over 1935.
Het verbruik voor Licht en Kracht over één meter,
n.l. voor dubbeltarief en grootverbruikers, nam dit jaar
weder toe, in tegenstelling met het vorige jaar. Ge
durende de eerste vijf maanden van het jaar nam het
verbruik nog af ten opzichte van het vorige jaar, doch
daarna trad geleidelijk verbetering in, zoodanig dat aan
het einde van het jaar het verbruik niet onbelangrijk
hooger was dan over 1935. Deze vermeerdering is