Bijlage U.
16
houwer, 2 steenenschuurders, 3 straatmakers, 8 timmer
lieden, 49 transportarbeiders, 10 zonder beroep.
Bij de Rijksinstellingen werden geplaatst
Postkantoor 11 hulpbestellers.
Rijkstelefoon 14 grondwerkers.
V. INTERCOMMUNALE EN INTERLOCALE
ARBEIDSBEMIDDELING.
1. Bemiddeling in het district,
a. Toestand in het district. Aantal agentschappen enz.
Op 31 December 1934 luidde de lijst der agentschappen
Aalten T. de Boer Ambt. Gem. Secr.
Borculo K. Lammers Boekh. Waterl.
Brummen G. C. van Deventer Boekhandelaar.
Eibergen Mej. E. Samson Ambt. Gem. Secr.
Groenlo J. F. Lageschaar Kantoorbediende.
Hengelo (G.) G. Potman Ambt. Gem. Secr.
Hummelo'Kepp. H. v. Holten
Lichtenvoorde N. M. Daalderop
Ruurlo G. H. Wargerink Gem. Ontvanger.
Steenderen W. Achterkamp Ambt. Gem. Secr.
Vorden T. Bergsma Gem. Secretaris.
Warnsveld J. M. Priems Zonder beroep.
Winterswijk J. Sipsma Dir. Arbeidsbeurs.
Zelhem E. C. Lubberdink Vol. Secretarie.
Met ingang van 1 Juni 1934 werd te Winterswijk
een arbeidsbeurs ingesteld. Tot directeur werd benoemd
de heer Sipsma, die tevoren reeds belast was met
de werkverschaffing, steunverlening en armenzorg.
Het werd zoodoende een dienst van sociale zaken. De
heer Sipsma legde zich onmiddellijk toe op het uit-
Bijlage U.
17
voeren der arbeidsbemiddeling op de juiste wijze. Het
ontbreekt hem echter aan tijd tot een voortdurend
bezoek aan werkgevers door de beperkte wijze, waarop
hem personeel is beschikbaar gesteld. Tevens houdt de
huisvesting van den dienst een goede bemiddeling tegen.
Werkgevers, werkzoekenden, steuntrekkenden en arm
lastigen, allen moeten een en dezelfde ingang benutten,
daar er slechts één is.
Het is te hopen, dat hierin spoedig een verandering
wordt aangebracht, daar anders een goede bemiddeling,
die zich in stijgende lijn bevindt, wordt tegengehouden.
Aan het einde van het verslagjaar waren de ver
ordening en de instructie van den directeur nog niet
goedgekeurd, evenmin was er reeds een commissie van
toezicht benoemd.
Te Zelhem, waar de heer L. K. Wieringa eenige
jaren het agentschap had waargenomen, werd in het
begin van 1934 tot agent benoemd de heer E. C. J.
Lubberdink, volontair ter secretarie, aldaar.
b. Vergaderingen met agenten, bezoek aan
agentschappen.
In de instructie voor den directeur van de districts
arbeidsbeurs wordt hem opgelegd, tenminste één ver
gadering per jaar met de agenten in zijn district te
houden. In het verslagjaar bestond daarvoor geen ge
legenheid meer. Eveneens is in dezelfde instructie be
paald een bezoek aan de agenten van tenminste tweemaal
per jaar.
Dit geschiedde reeds regelmatig, in den regel bij de
meeste agenten vaker, dan het bepaalde. Bij deze be
zoeken werd de statistiek behandeld en verder andere
vraagstukken, die oplossing vereischten. De nieuw aan-