Bijlage L. 8 b. verhoogingen aan weduwen en wezen op hun pensioen ten laste van het pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren geene. c. verhoogingen aan oud-ambtenaren op hun pensioen ten laste van het pensioenfonds voor de gemeente ambtenaren M. J. Evers f 11.— G. Nengerman - 28— H. Lintveld - 31. sioenwet 1922 G. Nengerman f 688— E. W. Dondertman - 150. M. Evers - 150. A. Marsman - 63— R. Weenink - 831 J. A. T. de Haan 700.(zie waterl.) B. Onstein - 920— H. Lintveld - 711. H. Jansen - 877— J. W. Driesen - 982— W. Altena - 1059. H. Wullink - 913— J. Hamer - 990— D. J. Mulder - 789— A. Mannessen - 1254.50 (zie waterl.) Aan de gemeente moest worden gerestitueerd voor door haar betaalde bijdragen aan het pensioenfonds: Bijlage L. 9 le voor ambtenaars- en gezinspensioen f 6865.40 2e restitutie van door het pensioen fonds betaalde pensioenen aan gewezen ambtenaren 9931.54 3e Bijdragen ingevolge art. 135 der Pen sioenwet 1922 en ingevolge art. 64 jo. art. 68 der Pensioenwet 1913 - 665.92 4e voor door haar betaalde pensioenen enz. aan gewezen ambtenaren, enz. (oude pensioenen) en verhoogingen op pensioenen uitgekeerd door het Pen sioenfonds - 2212— f 19674.86 In verband met de bepalingen van het Werklieden reglement, werden in den loop van dit jaar uitgekeerd f 40.— ingevolge art. 24 (gratificatie bij dienstjubilea).) „27 (uitkeering bij overlijden). - 1081.02 33 (uitkeeringen op feestdagen, niet vallende op Zondagen). - 1547.46 34 (uitkeeringen bij ziekte). - 45.19 39 verzuim). - 2252.32 40 verlof). f 4965.99 Onder bovenstaand bedrag is begrepen f 630.70 zijnde het aandeel van de waterleiding. Het totaal aantal ziekte-uren bedroeg 2325, verdeeld als volgt

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1934 | | pagina 109