Bijlage K.
10
stad Z "fT Mt ht ^e
stad door Hogenberg, tot voorbeeld voor den gevelsteen gediend
TOPOGRAFISCHE ATLAS.
BOEKEN.
Bijlage K.
11
HUISRAAD.
e stad Zutphen fotografie van een gevelsteen. Deze steen
was gemetseld in een oud huis bij de Rozengracht te Amsterdam
werd in 1934 afgebroken en herbouwd, de steen werd weer
in en geve geplaatst. Informaties, met gegevens van de firma
ink alhier, ingewonnen bij de vereeniging Hendrick de Keyser
wezen uit, dat de steen niet verkocht zou worden. Vermoedelijk
Aangekocht door de Museum-Commissie.
28. Berkelruine schilderij door H. G. van der Kraan; hoogte 45
C.M., breedte 57 c.M. omstr. 1820.
Van der Kraan zie no. 25, was leerling van H. W. van der
Worp Hi, hep s nachts van Groenlo naar Zutphen om tijdig
aanwezig te zijn voor de les. Soms was de poort nog niet open
en dan bond van der Kraan zijn kleeren op zijn hoofd en
zwom onder de Berkelbogen door de stad binnen.
en geschenke ontvangen van Mr. Hesselink van Suchtelen
uit den boedel van Mr. H. T. Hesselink van Suchtelen te Wa-
gemngen.
29. Waterstraat, Martinetshuis, fotografie van 1934. Vóór de ver
bouwing in 1934.
Aangekocht door de Museum-Commissie.
30. Wynhuis, litografie No. 164 uit Afbeeldingen van oude bestaande
31e a7T892t9' t0t Vordering der bouwkunst,
A i f beschrijving hoogte 64.5 c.M.. breedte 37 c M
Aangekocht door de Museum-Commissie.
31ZZTld\HUiS V7eWe' rePr°ductie, uitg.J.M. Schalenkamp,
Buiksloot; hoogte 15 c.M., lengte 22 c.M. omstr. 1890
Aangekocht door de Museum-Commissie.
32. Aa, Cornells van der, Verdediging tegen Willem Paschen
Vmeadeeldan r' tZ BredeV°°rt' biiIa9e behoorend tot het
Utrecht; 1807. Va" den oorlo9' uit9' van der Aa,
33. Staats Evers, W., De Geldersche Achterhoek in 1799, lezingen
gehouden door den schrijver te Dinxperlo en Aalten, o.a. over
de geschiedenis van Willem Paschen en Freule van Dorth
uitg. K. M. Tiffelen, Winterswijk, 1879.
34. Zutphensche Almanak, 1844, 1847 en 1848.
No. 32—34 Ten geschenke ontvangen van Mr. Hesselink van
Suchtelen uit den boedel van Mr. H. T. Hesselink van Such
telen te Wageningen.
35. Bloempot van Keulsch aardewerk; hoogte 21 c.M., omv. 75
c.M., middell. v. boven 27 c.M. 1846.
Afkomstig van Groenmarkt 11.
Aangekocht door de Museum-Commissie.
36. Borduurraam van mahoniehout, tafeltoestel, hoogte 20 c.M.,
19e eeuw c.
Afkomstig uit Groenlo.
Ten geschenke ontvangen van Mr. P. G. ter Braak te Eibergen.
37. Pot van rood, ongeglazuurd aardewerk, met de hand gevormd
met twee handvatsels onregelmatig ovaal, de bovenrand eenigs-
zins ingebogen; hoogte 12.5 c.M., omv. 61 c.M., middell. v.
bov. 15 c.M. wellicht 17e eeuw d.
Gevonden te Eibergen in 1934 onder een ouden steenen vloer,
waarover later een andere vloer is gelegd. Het huis is in 1706
gedeeltelijk afgebrand en toen herbouwd, tot de 20e eeuw is er
een blauwververij in geweest. Het is dus mogelijk dat de ge
vonden pot een laboratorium voorwerp is, te meer daar er
enkele sporen van blauw op te zien zijn. De pot kan als „huis
offer" onder den vloer gelegd zijn.
In gemeld huis is ook nog een koperen pot met kogel gevonden,
die ongetwijfeld tot de blauwververij behoord heeft. Deze is
thans overgegaan in de hoede van de Vereeniging „De Graafschap
Een houten bekertje op voet, eveneens in het huis gevonden,
kan een drinkbeker zijn uit den tijd waarin glazen luxe waren,
maar ook even goed kan het een beker voor dobbelsteenen
zijn, b.v. voor het triktrakspel; hoogte 10.5 c.M., omv. 24 c.M.,
middell. v. bov. 7 c.M. wellicht 19e eeuw a.
De pot is aangekocht door de Museum-Commissie nadat eenige