Bijlage X.
20
aanwezigheid van mijt, bacteriënwoekering, schimmel,
etc., bedroeg 232, wegende 1467.7 Kg.
Melk en Melkproducten.
Melk.
In 1932 werden onderzocht:
3874 monsters bij melkverkoopers op straat en in huis
genomen.
767 aan zuivelfabrieken genomen, ter con
trole op de daar gedane vuilbepalingen.
905 aan zuivelfabrieken genomen van melk
veehouders-leveranciers.
1477 afkomstig van zuivelfabrieken en melk
verkoopers, ter opsporing van uierziek
vee.
33 van onder bijzondere waarborgen ge
wonnen melk.
161 gepasteuriseerde melk.
32 yoghurt en melkyoghurt.
933 karnemelk.
106 karnemelkspap en havermoutpap.
105 room en slagroom.
166 op verzoek genomen of ingezonden.
8559 monsters in totaal, terwijl tevens door dezen dienst
aan de zuivelfabrieken van 10677 monsters de
reinheid werd bepaald.
Tabel 2 geeft een overzicht van de resultaten, ver
kregen bij het onderzoek van de consumptiemelk, welke
in de verschillende gemeenten, tot dit gebied behoorende,
is bemonsterd.
Het verkoopen van met water vervalschte melk werd
Bijlage X.
21
nog 32 malen, d.i. bij 0.8 °/0 van het aantal genomen
monsters, geconstateerd. 1 maal werd naar aanleiding
daarvan proces-verbaal opgemaakt.
127 monsters, d.i. 3.2 (vorige jaar 3.8 °/0) hadden
een lager percentage vet in de droge stof dan 24.
306 monsters, d.i. 7.9 °/0 (vorige jaar 4.9 bleken
melk te bevatten van uierziek vee. Naar aanleiding
daarvan werden 107 veehouders aangeschreven hun
koeien te laten onderzoeken door een veearts, of andere
maatregelen te nemen, waardoor de uierzieke koeien
werden opgespoord, opdat de melk van deze koeien
niet meer in consumptie zou worden gebracht. Evenals
het vorige jaar volgden de aangeschrevenen vrijwel
steeds de raadgevingen op en gingen er in meerdere
gevallen toe over de uierzieke koeien droog te zetten
en als slachtvee te verkoopen.
Zure melk werd in 6 gevallen, d.i. 0.15 °/0 (vorige
jaar 0.05 °/0) aangetroffen.
De reinheidstoestand der melk was evenals verleden
jaar zeer voldoende. Aanmerkelijke hoeveelheden vuil
werden niet meer aangetroffen.
Het aantal monsters, dat als „vuil" aangemerkt
moest worden, daalde tot 0.72 Groote verbeteringen
zijn niet meer mogelijk, omdat, dank zij het toezicht,
het practisch bereikbare is verkregen. De rubrieken
„iets vuil en „vuil bleven tot één enkele samengevat.
Een overzicht van de door het voortdurend toezicht
verkregen verbeteringen geeft het hieronder volgend
staatje
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930 1931
1932
Zeer vuil
0.7
0.6%
0.3%
0.2
0.2
0.06
Vuil
3.8
3.3
1.3
1.5
2.2
1.6
0.96 0.7
0.65%
Iets vuil
58.-,,
56.8
59.-,,
62.3
71.
65.6
Schoon
37.5
O
38.6
35.5
24.7
32.7 I
99.9 99.2
99,35