24
steeds bevredigend mag heeten" en verder „Het zou
gewaagd zijn hieruit ook voor 1932 gevolgtrekkingen
te maken."
De inmiddels aan het licht getreden feiten hebben
dit bevestigd.
Ware het niet, dat de uitgaven voor armenzorg,
werkverschaffing inbegrepen in 1932 een ongekende
hoogte hadden bereikt, dan zou Zutphen zich nog
steeds op een gunstigen loop zijner financiën hebben
mogen beroemen. Helaas was alleen reeds als subsidie
aan het burgerlijk armbestuur f 217.000 benoodigd
dit bedrag moet worden vermeerderd met de kosten
van werkverschaffing aan werkloozen hetwelk nog niet
met juistheid bekend is, omdat een deel door het Rijk
is voorgeschoten en nog moet worden teruggevorderd.
Deze uitgaven werpen alle berekeningen omver. Op
de overige uitgaven is intusschen zooveel mogelijk
bezuinigd de ontvangsten bleven behoorlijk vloeien
wat de belastingen betreft, dezen bleven vrijwel alle
boven de ramingen, sommige tot verhoudingsgewijs
vrij groote bedragen. Verdere verhooging der belas
tinggrondslagen of opcenten behoefde nog niet plaats
te hebben.
Wel is tegen ons aanvankelijk voornemen in, van
de in den dienst 1931 „besloten reserve" ad f 70000,
bij suppletoire begrooting f 52500 naar den dienst 1932
overgebracht, ten einde het te kort op te vangen en
met de hoop, dat 1932 daardoor met een batig saldo
zal sluiten, hoewel dit vrij zeker niet zoo groot zal zijn
als dat van de rekening 1931 ad ruim f 142000.
Ook andere tegenvallers bleven niet uit. Met name
worde gewezen op de vermindering der uitkeering uit
het gemeentefonds voor 1932/33 met rond f 18000
25
tengevolge van de verwerping van ons voorstel tot
toepassing van een tijdelijke korting op de salarissen
van het gemeentepersoneel. In het volgende uitkee-
ringsjaar zal deze korting zich, maar wij mogen ver
vertrouwen, niet herhalen.
Daarentegen constateeren wij met genoegen, dat voor
subsidie aan het ziekenhuis raming begrooting ruim
f 50000 slechts ruim f 27000 benoodigd bleek. Dat
de voorgenomen verbouwing nog niet tot stand is
gekomen heeft hierop waarschijnlijk invloed gehad
maar voor een deel mag dit gunstige resultaat op
rekening worden geschreven van de totstandkoming
van het Zutphensch Ziekenhuisverplegingsfonds, dat in
1932 zijn werk begon.
Alles bijeengenomen, mag niet worden beweerd, dat
de financiëele positie rooskleurig is, maar anderzijds
mag met ingenomenheid en erkentelijkheid worden
vastgesteld, dat zij niet, als helaas in vele andere ge
meenten, uiterst zorgwekkend mag heeten of wel tot
wanhoopsmaatregelen moet voeren.
Een vast en voorzichtig beleid blijft meer dan ooit
geboden. Maar met de lichtpunten, die zonder twijfel
aanwijsbaar zijn en waarover in een volgend verslag
meer zal kunnen worden bericht, in 't oog, mag het
vertrouwen in de toekomst behouden worden.
De geldleening, waarvan in het verslag over 1931
reeds sprake was is in 't eind van '32 en begin '33
gesloten. Op gunstige voorwaarden n.l. tegen 4ll~>
en den parikoers kon f 800.000 op onderhandsche
schuldbekentenis worden opgenomen. Hiermede is voor-
loopig in de kapitaalsbehoeften der gemeente voorzien.
Overigens gaan wij meer en meer het stelsel in toe
passing brengen om naar hun aard buitengewone