Bijlage K. 12 HUISRAAD. Bijlage K. 13 COSTUUM. OORKONDEN, 24. Porcelein in porceleinkast, legaat van Mejuffrouw R. G. Visscher te Zutphen, ontvangen door welwillende medewerking van Mevrouw Dr. K. O. Meinsma en Mejuffrouw W. J. Nedermeijer. De collectie bestaat uit blauw en gekleurd Chineesch en Japansch porcelein, borden, schalen, kopjes, kommetjes en theepotten een kandelaar is met zilver gemonteerd een schaal heeft een zilveren hengselbij een roomkommetje zijn 2 zilveren lepeltjes. Er is verder nog een zwart Wedgewood theepotje met suikerpot een rood aardewerk theepot, hoogte 8 c.M. een suikerpot, hoogte 7 c.M. en een melkkan, hoogte 6.5 c.M., dragen het merk F. C. V. 441. 25. Pijp van wit porcelein met vrouwenkop en houten mondstuk lengte 29 c.M. vermoedelijk 1820. Ten geschenke ontvangen van den Heer E. M.Ruijsinkte Zutphen. 26. Rijwiel met remconstructie op het achterwiel hoogte voorwiel 87 c.M., hoogte achterwiel 76 c.M. 1870. Vervaardigd in de fabriek van Burgers te Deventer gebruikt te Eibergen. Volgens mededeeling van Mr. ter Braak een der eerste rijwielen door de firma Burgers vervaardigd. Ten geschenke ontvangen van Mr. P. G. ter Braak te Eibergen. 27. Snuifdoos van hout met schilderwerk: hoogte 2 c.M., middellijn 9.8 c.M. 1820. Legaat van Mejuffrouw R. G. Visscher. (Zie No. 8 en No. 24). 28. iSpinnewiel met 2 kammen. Afkomstig uit Bronkhorst. Aangekocht door de Museum-Commissie. 29. Suikertang van zilver lengte 12 c.M. omstreeks 1840. Zonder merken. Ten geschenke ontvangen van den Heer I. Spier te Warnsveld. 30. a. 2 Foto's van een vijzel van brons, voor- en achterzijde. De vijzel bevindt zich in het Gemeente Museum te 's Gravenhage. De foto's zijn aangekocht met bereidwillige medewerking van den Directeur van het Gemeente Museum te 's Gravenhage. De vijzel heeft een hoogte van 17 c.M., de middellijn van boven is 20.5 c.M. Het opschrift luidtSegevinus Hatiseren me fecit 1521. 31. b. 2 Foto's van een vijzel van brons, voor- en achterzijde. De vijzel bevindt zich in het Victoria and Albert Museum te Londen. De foto's zijn aangekocht met bereidwillige medewerking van den Conservator van het Victoria and Albert Museum te Londen. Het opschrift van dezen vijzel luidtOttrichter van Hengel me fieri fecit Segevinus Hatiseren me fecit 1540. Ott Keije is in 1540 richter van Hengelo G. geworden; zijn familie is sinds 1510 onder de schepenen van Zutphen. Beide vijzels zijn met Gothische letters en ornament versierd, ook hebben zij kleine reliefs, die naar de Renaissance neigen, St. Sebastiaan, Venus, Christuskind met lam. Segevinus Hatiseren hard ijzer) was klokken- en bussen- (geschut) gieter. Volgens het Burgerboek woonde hij in 1517 te Zutphen. In 1512 maakte hij een klok voor Nederelten verder maakte hij klokken voor Meurs en Wezel. In de St. Walburgs- kerk te Zutphen is een klok van hem gedateerd 1521 en ook voor het raadhuis te 's Heerenberg heeft hij een klok vervaar digd. (Zie Mededeelingen van den Dienst van Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage, 1932, p. 256). 32. Halsdoek van wit cashimir met gebloemd ornamentlengte 68 c.M., breedte 68 c.M. 19e eeuw d. In bruikleen van Jonkvrouwe E. Martini te Hengelo onder voorwaarde, dat de halsdoek weer aan haar kan uitgeleend worden. 33. Halsdoek van groene en rose zijde lengte 67 c.M., breedte 67 c.M. 19e eeuw d. In bruikleen van jonkvrouwe E. Martini te Hengelo, onder voorwaarde, dat de halsdoek weer aan haar kan uitgeleend worden. 34. Zomerdoek, gedrukt palmenornamentlengte 177 c.M., breedte 177 c.M. 19e eeuw c. Afkomstig uit de buurt van Ruurlo. Aangekocht door de Museum-Commissie. 35. Koopacte met zegel van Zutphen over den verkoop van een perceel op het Gallileën 1801. Ten geschenke ontvangen van den Heer G. Looman te Zutphen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1932 | | pagina 120