Bijlage K. 4 twee pastelportretten van 1860 door den Zutphenaar Jan Jans Haak geschilderd (zie Cat. No. 989), welke uit costuumkundig oogpunt gezien een aardige verge lijking leveren met de hierboven genoemde pastels. De Heer A. Meerstadt verrijkte het museum met twee uilepannen, pannen, die tegelijk als dakvenster dienst doen. Deze worden bij moderne huizen niet meer gebruikt, zoodat beide exemplaren, die men een kunst werk van aardewerkbakkerij zou kunnen noemen, gaarne werden aanvaard. Eenigen tijd later gaf de Heer Meerstadt een schoorsteen van grijs aardewerk, eveneens uit den ouden tijd. Een balans van ijzer, ge geven door den Heer A. Koppel is een decoratief stuk smeedwerk. Mr. G. P. ter Braak te Eibergen voorzag het museum van een rijwiel van 1870 met primitieve remconstructie. Onder de aankoopen moet in de eerste plaats de aandacht gevestigd worden op 5 paneelen van eikenhout van 15304540, afkomstig uit Lange Hofstraat 31, te samen ter lengte van 3.50 M. Door dezen aankoop heeft het museum een monumen taal stuk gekregen uit den tijd van Karei van Egmond, toen de gravenstad nog een groote welvaart genoot. Deze paneelen zijn in laag relief gesneden en in Re naissance stijl uitgevoerd. Zij behooren tot de oudste en belangrijkste stukken die het museum thans bezit. Een andere aanwinst van beteekenis is de fotografie van het portret van Assueer Jacob Schimmelpenninck van der Oye in 1668 geschilderd door D. van Lonen. Er is dus nu een vijfde schilderij van dezen schilder aan het licht gekomen, waarbij naar den afgebeelde te rekenen, weer een bewijs is geleverd, dat de kunstenaar in de buurt van Zutphen gewoond moet hebben. (Zie Cat. No. 100 en 108 en portretten in het Gemeentehuis). Bijlage K. 5 Een andere vondst van belang, die de verzameling fo- tografiën vermeerderde, is een vijzel uit het Gemeente museum te 's Gravenhage, aankoop 1932, vervaardigd door Segevinus Hatiseren, klokken- en bussen- gieter, die in 1517 te Zutphen woonde. Twee foto's van den vijzel, vóór- en achterzijde, werden welwillend door de Directie van het museum te 's Gravenhage verstrekt. Tevens werden er twee foto s aangevraagd van een anderen vijzel van Segevinus, die in het Victoria and Albert museum te Londen is. Deze werd vervaardigd vcor Ott Keye, richter van Hengelo, in 1540. (Zie Mededeelingen van den Dienst van Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage, 1932, p. 256). Hierbij wordt eveneens dank gezegd voor de hulp aan den Conservator van het Victoria and Albert museum. De nieuwe catalogus werd in het begin van het jaar gedrukt, hij is voorzien van eenige afbeeldingen uit het museum. Later werden twee fotografiën genomen van het interieur. Deze zijn als briefkaarten verwerkt en tegen vergoeding in het museum te verkrijgen. Aan de zalen werden geen bizondere reparaties ver richt. Er werden drie kleine vitrines aangeschaft, die gemakkelijk te verplaatsen zijn. Eenige voorwerpen werden volgens den nieuwe catalogus van bijschriften voorzien, de meeste werden echter alleen genummerd; geheel afgeloopen is deze bewerking evenwel nog niet. Topografische atlas wordt eveneens nieuw ge nummerd en gelijktijdig in betere conditie gebracht. De verzameling zal verdeeld worden over eenige staande portefeuilles, zoodat zij, hoewel zeer heterogeen, wat kwaliteit en afmeting aangaat, geschikt zal zijn om aan bezoekers ter bezichtiging te worden gegeven. De nieuw behangen expositiezaal leent zich door het

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1932 | | pagina 116