Bijlage K.
12
LEGER.
MATEN.
SCHUTTERIJ.
VEREENIGINGEN.
Bijlage K.
13
ZEGELSTEMPELS.
33. Geweer, geteekend J. B. 1622. Afkomstig uit Cortenoever.
Aangekocht door de Museum-commissie.
34. Geweer met toebehooren, o.a. een geborduurde bandelier, in
mahoniehouten kist, fabrikaat C. L. Witte te Zutphen 1854.
Dit geweer is een prijs van den heer D. Ketjen te Zutphen,
behaald bij het prijsschieten te Deventer in 1854.
Ten geschenke ontvangen van den heer H. L. Ketjen te Zutphen.
35. Pistool, met dubbelen loop van koper; lengte 22 V2 c.M. 18e
eeuw d.
Ten geschenke ontvangen van den heer P. van Oossaanen te
Zutphen.
36. Klompenmaat van houtlengte 39 c.M. 19e eeuw c.
Ten geschenke ontvangen van den heer P. van Oossaanen te
Zutphen.
37. Uniform met lange jas van den Kaptein der Schutterij, gedragen
tot de opheffing der Schutterij in 1907.
Ten geschenke ontvangen van den heer D. J. Bosman te Zutphen.
38. Velddienstoefening der Schutterij op de Gorsselsche heide, fo
tografie 1902.
Officieren der Schutterij, 2 fotografiën 1903 en 1904.
Ten geschenke ontvangen van den heer D. J. Bosman te Zutphen.
39. Brief aan de Vereeniging der Moederlijke Liefdadigheid van
Anna Prinses van Oranje-Nassau, 17 April 1830.
Ten geschenke ontvangen van de vereeniging der Moederlijke
Liefdadigheid te Zutphen.
40. Insigne van de Rederijkersvereeniging Polyhymnia.
Ten geschenke ontvangen van den heer H. W. A. Behrens
te Zutphen.
41. Jaarboekje voor Nederlandsche Scherpschutters, samengesteld
door F. M. T. Gijsberti Hodenpijl en C. C. Cox uitg. H.
Koster, Delft; 1855.
Dit jaarboekje was eigendom van de Scherpschuttersvereeniging
St. Hubertus.
Ten geschenke ontvangen van den heer H. W. A. Behrens
te Zutphen.
42. Contra zegel van Zutphen van zilvermiddellijn 5.7 c.M.
1575 duplicaat van cat. No. 1003.
Afkomstig uit een oudheidkundige verzameling te Keulen.
Aangekocht uit Duitsch antiquariaat door de Museum-commissie.
In den catalogus is het volgende aangeteekend
Het oudste zegel van Zutphen, middellijn 6.5 c.M werd in
1243 gebruikt, het komt overeen met het latere zegel van 1575,
maar de leeuw in de poort ontbreekt. Een oorkonde van 1353
vertoont een nieuw zegel, middellijn 9 c.M., gelijk aan het
zegel van 1575, maar niet gedateerd. Hierbij behoorde een
contrazegel (gelijk aan het thans gekochte).
In 1572 werd het niet gedateerde zegelstempel op bevel van
Alva ter inventarisatie naar Arnhem gezonden, het werd later
evenwel niet in de Rekenkamer aldaar gevonden (Tadama p. 208).
Het contra-zegel werd geroofd en opgekocht door den zilver
smid Jeronimus te Arnhem. Toen hij aanbood het terug te
zenden naar Zutphen, kreeg hij van den magistraat geen ant
woord en heeft het gebroken opdat er geen kwaed van soude
come". Het stadsbestuur van Zutphen besloot nieuwe zegel
stempels te Arnhem te laten maken. Deze nieuwe stempels
werden in Dec. 1574 te Arnhem afgehaald, beide waren (volgens
bestelling waarschijnlijk) gelijk aan de vorige, alleen is het
groote zegel gedateerd 1575. De beide zegelstempels met ketting
verbonden, werden ieder jaar op 22 Febr gebruikt voor het
zegelen der opdrachten van verkochte perceelen binnen „deze
Stad en Jurisdictie". (Gimberg, Gelre dl. IV).
Van een tweede contrazegelstempel is evenwel geen sprake. Het is
echter mogelijk, dat de zilversmid Jeronimus het contrazegel
niet heeft „gebroken" en er later een tweede bij heeft gemaakt.