Bijlage K. 4 Houtsma een servies van oud Japansch porcelein in bruikleen, daaronder is ook eenig oud Engelsch aarde werk en een druipschaal van Delftsch aardewerk gemerkt W. v. d. B. (Weduwe van den Briel) Hoewel deze collectie niet bepaald betrekking heeft op de Graafschap, aanvaardde de Museum-commissie dit bruikleen met dank, omdat immers het verzamelen van porcelein een algemeen Nederlandsche gewoonte was, die voor Zutphen en omstreken evengoed geldt ais voor andere deelen van ons land. Over de aankoopen kan het museum tevreden zijn; daaronder is in de eerste plaats te vermelden een zil veren zegelstempel, aangekocht uit Duitsch antiquariaat. Het stempel is een repliek van het contrazegel van dat reeds in het Museum is, cat. No. 1003b- zie nadere beschrijving in het verslag onder aanwinsten.' r werden ook eenige foto's gekocht van de beelden gevonden in de N.H. Kerk te Neede, vóór en na hun restauratie. Verder werd de topografische atlas verrijkt met een sepiateekening van het kasteel Keppel en 12 briefkaarten van den aanleg van het Twenthe-Rijnkanaal zijn een aanwinst in moderne richting. De collectie tin werd vermeerderd met een boterschotel op voet, zooals tot voor kort nog bij de Graafschapsche boeren werd gebruikteen kaarsenhouder uit Zieuwent is een mooi exemplaar van boerensmeedkunst. Het weeftoestel, dat verleden jaar werd aangekocht is thans opgezet door een wever uit Aalten en de bespanning der draden werd in orde gemaakt door den wever en een verpleegde uit het Oude-en Nieuwe Gasthuis, waarvoor bij dezen gaarne dank wordt gezegd. De schilderij van burgemeester van Diemen, die eenigen tijd door den heer F. van Hasselt in bruikleen was Bijlage K. 5 gegeven, is thans weer op het huis Empe teruggekeerd. Daar vóór werd door een fotograaf uit den Haag een kunstfotografie genomen, van wien het museum een afdruk heeft ontvangen. De schilderij voorstellende Veere door Springer, in bruikleen gegeven door den Hoofddirecteur van het Rijksmuseum, vertoonde kleine, vertikale scheuren in het doek. Op raad van den directeur werd de schilderij voor herstelling naar Amsterdam gezonden met nog een schilderij door mevrouw Roosenboom, eveneens van het Rijk in bruikleenbeide schilderijen zijn thans weer in het museum aanwezig. De expositiezaal werd door Gemeentewerken onder handen genomen. De vochtige muur aan de noordzijde werd met opdrogend cement behandeld het gescheurde behangsel werd door een linnen bespanning op schroten vervangen en er werden rekken vervaardigd voor het tentoonstellen van platen. Hierdoor is een groote ver betering aangebracht en men is nu voor vele jaren voorzien van een gedekte, stemmige wandbekleeding. De buitenmuur van het locaal, grenzend aan de voorhal werd ook weer met opdrogend cement bestreken, de resultaten zijn daarvoor echter nog niet bevredigend. Er werden 9 tentoonstellingen gehouden, waaronder 5 door de vereeniging Pictura. Een expositie van aquarellen naar zeeschepen door den heer F. Bauduin en de medische caricaturen uit de collectie van Dr. J. van der Hoeven trokken natuurlijk vele liefhebbers. In de maanden Juli en Augustus hield het Museum met medewerking van de archieven der St. Walburgskerk en der Gemeente, op initiatief van den heer J. Gim- berg, een tentoonstelling van oude drukken, gegroe peerd om een verzameling oude schoolboekjes uit de

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1931 | | pagina 134