118 (o24 meer dan einde 1929) in het bezit van inleggers. De gemiddelde inleg was f 601.27 tegen f 573.11 in 1929. In 1930 was het aantal posten van inbrengst 9365 (tegen 8746 in 1929), dat van terugneming 4838 (teqen 4713 in 1929). In het geheel werd ingelegd in 1930: f 1.749.412.19 (in 1929: f 1.465.889.481/?), teruggenomen in 1930: f 1.491.734.97'/.(in 1929; f 1.433.904.23'/2). Aan rente werd op 31 December 1930 bijgeschreven 153.285.05 (tegen f 144.375.53 op 31 December 1929). Het totale bedrag ultimo 1930 aan inleggers ver schuldigd, met inbegrip der bijgeschreven rente, bedraagt f 4.809.565.37L/2 (tegen f4.398.603.11 op ultimo 1929). Einde 1930 waren 1123 spaarbussen in omloop (148 meer dan einde 1929), waaruit in 1930 geledigd is, in 1069 ledigingen, en op de boekjes bijgeschreven f 19.441.98 (in 1929: f 14.223.42). De 40 arbeiderswoningen, door de Spaarbank gesticht zijn alle bewoond en blijven zeer gezocht. Deze woningen zijn in dit jaar voorzien van een elec- trische lichtinstallatie. e. Nederlandsche Bank. De heer jhr. mr. B. de Jonge alhier is corres pondent van de Nederlandsche Bank. f. Voorts zijn een aantal agentschappen van brand en levensverzekering-maatschappijen hier gevestigd. g. Commissiën voor het examineeren van varens lieden, voor landverhuizers, voor de Rijnvaart enz. zijn in deze gemeente niet aanwezig. ZUTPHEN, 30 April 1931. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DIJCKMEESTER. De Secretaris, RUIBING.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1930 | | pagina 61