100
Verbouwde soorten Gele Eckendörfer, Roode Mam-
mouth, Jaapjes peen, Barris van Sludstrup.
Knolrapen.
(Hoofdgewas en 2e gewas).
Knolrapen worden hier weinig als hoofdgewas ver
bouwd, meest als 2e gewas.
De opbrengst zoowel van het hoofd- als van het
2e gewas was over het algemeen matig.
Wortels of paarde peen.
De wortels worden hier hoofdzakelijk verbouwd voor
menschelijk voedsel. De opbrengst was goed.
Verbouwd worden hoofdzakelijk de Diepenveensche,
Nijmeegsche en Flakeesche roode.
Zomer- en stoppelknollen.
Zomerknollen worden niet verbouwd.
De opbrengst der stoppelknollen was goed.
Groen gemaaide klaver.
(Klaverhooi, le en 2e snede).
De le en 2e snede waren over het algemeen goed;
de winning van het product liep buitengewoon vlot
van stapel.
Wei- en hooilanden.
De weilanden stonden over het algemeen goed tot
zeer goed en er was volop voedsel voor het vee.
De hooilanden gaven dit jaar buitengewone hooge
101
opbrengsten. Ook de winning kon vlot geschieden,
aangezien het weer in deze periode zeer gunstig was.
Grashooi van de tweede snede werd er weinig ge
wonnen ook de naweide viel tegen.
Tuinbouw.
Het jaar 1930 was voor den tuinbouw minder gunstig.
Wel leverden de meeste producten een hoog beschot,
doch de prijzen waren over het algemeen laag.
De oorzaken hier van zijn bemoeilijkte uitvoer, over
vloedige aanvoer door de hooge oogsten, invoer van
buitenlandsche producten, die voor lage prijzen op de
markt werden gebracht.
Vruchtenteelt.
De kersen- en pruimenoogst was dit jaar goed. De
appeloogst kan mislukt genoemd wordenvan de peren
was de opbrengst beter.
De kwaliteit der vruchten was matig tot vrij goed.
Kweekerijen en vruchtboomen.
Voor de boomkweekerijen was 1930 over het alge
meen gunstig, daar aan de uitgeplante boomen geen
schade werd gedaan door nachtvorsten.
De iepenziekte bleef doorwoekeren.
Wel werden eenige bestrijdingsmiddelen geprobeerd,
doch afdoende was er geen.
Bijenteelt.
Bijenteelt is in deze gemeente van weinig beteekenis.
De opbrengst aan honing was matig.
