Bijlage X. 18 195 monsters, d.i. 5,3°/0 (vorig jaar 5.2°/0) bleken melk te bevatten van uierziek vee. Naar aanleiding daarvan werden 84 veehouders aangeschreven hun koeien te laten onderzoeken door een veearts of andere maat regelen te nemen, waardoor de melk van dergelijke koeien niet meer in consumptie zou worden gebracht. Evenals het vorige jaar volgden de aangeschrevenen vrijwel steeds de raadgevingen op en gingen er in meerdere gevallen toe over de uierzieke koeien droog te zetten en als slachtvee te verkoopen. Zure melk werd nog maar in 21 gevallen, d.i. 0.57°/0 aangetroffen. De reinheidstoestand der melk ging ook dit jaar weer vooruit. Aanmerkelijke hoeveelheden vuil werden niet meer aangetroffen. Het aantal monsters, welke als „vuil aangemerkt moesten worden, daalde tot minder dan 1 °/0. Door deze groote verbetering kon de wijze van onderzoek worden veranderd, waardoor tevens de rubrieken iets vuil en vuil tot een enkele werden samengevat. Een overzicht van de door voortdurend toezicht ver kregen verbeteringen geeft het hiervolgend staatje 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930 Zeer vuil 2.1% 0.7% 0.6 0.3% 0.2% 0.2% 0.06% Vuil 10.-,, 3.8 3.3 1.3 1.5 2.2 1.6 0.96 Iets vuil 50.— 58.56.8 59.62.3 71.65.6 Q Schoon 32.9 37.5 40.-,, 38.6 35.5 24.7 32.7 „I De Coöp. Zuivelfabrieken, die consumptiemelk ver koopen, nemen daarvoor de melk van bepaalde boeren, bij welke de melkwinning op hoog^'pijl staat. Deze boerderijen zijn aan den dienst bekend en zijn aan een Bijlage X. 19 regelmatig toezicht onderworpen. Het aantal fabrieken dat maatregelen neemt voor een meer intensieve controle op alle geleverde melk, is sterk toegenomen. De kwaliteit van de melk aan de fabrieken geleverd is in het afge- loopen jaar dan ook flink vooruitgegaan, hetgeen uit onderstaand staatje zou blijken, als hierbij niet ver meld waren de resultaten, verkregen bij enkele fabrie ken, die zich nog steeds aan het nemen van maat regelen onttrokken hebben en daarom meer dan andere fabrieken gecontroleerd werden. Aantal. I e laag vriespunt (watertoe voeging). Melk van uierziek vee. Zuurgraad te hoog. Iets vuil. Schoon. 1929 3393 2.4 4.6% 5-4% 12.8% 78.3% 6.6% 1930 3780 1% 1.6% 5-7 13.8% 67.3% 16.2% Om de melkwinning en melkbehandeling op de boerderij op hooger peil te brengen en dus te voldoen aan de eischen in het melkbesluit gesteld, worden door deze fabrieken in het algemeen de volgende maatregelen genomen a. het houden van melkcursussen wordt bevorderd b. de tuberculosebestrijding van het rundvee wordt bevorderd c. bij het aantreffen van afwijkingen, verkregen bij een der onderstaande onderzoekingen van de aan de fabriek geleverde melk, wordt de betrokken veehouder op zijn verplichtingen gewezen (hetgeen het beste kan geschieden door een bezoek aan de boerderij zelf.) De in te stellen onderzoekingen zijn i— a a

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1930 | | pagina 274