Restant
leening op
Januari
1930.
Restant
leening op
1 Januari
1931.
Restant
leening O]
1 lanuari
1930.
Rente I Aflossing
Rente
Aflossing
Restant der
leening
op 1 Januari
1930.
f 32.045,
368.358.—
118.559.
19.378.61
f 538.340.61
Rente
voet
4%
Rente
1930.
Aflossing
1930.
f 1.442.03! f 1.620,
17.497.01 10.281,
4.742.36 2.470,
1.0434
487.04
4.079.66,,
f 28.248.10
f 15.414.S
HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF.
COMPLEX 111.
COMPLEX IV.
COMPLEX V.
30.425.
358.077.-
116.089.-
18.334.7.,,
20.507.-,,
171.775.0<„
6.478.-
259.12
947.63
Restant der
leening
op 1 Januari
1931.
f 715.207.8!
Restant
leening op
1 Januari
1931.
39.900.14
f 6.478.—
f 1.206.75
Restant
leening op
1 Januari
1931.
f 192.800.6Lf 8.494.99
32.045.f
73.869.—j„
67.508.
19.378.61 L
Restant i n
leening op Rente
1 Januari
1930.
1930.
Aflossing
1930.
41/2
4:i/4
4
43/4
6.343.—
35.531.—
