Bijlage B.
2
N. van Vliet, Directeur der Rijkslandbouwwinterschool
Dr. I. M. de Haas, Geneesheer;
Mr. G. M. van Voorthuysen, Notaris.
Mr. J. H. C. M. van der Kun, Officier van Justitie;
J. de Priester
Ir. H. W. de Kruyff, Directeur van den Keuringsdienst
van Waren
Dr. Ir. L. R. Wentholt, Hoofdingenieur van den Rijks
waterstaat.
Voorzitter der Commissie; C. Bijl;
Secretaris: J. C, Goldenberg.
Een rooster aangevende het jaar van aftreding van
de leden en den secretaris, is als bijlage I aan dit ver
slag toegevoegd.
De bode E. J. Haijtink bewees ook in het afgeloopen
jaar, zijne gewone diensten aan de Commissie.
Aan den heer H. W. A. Behrens bleef opgedragen
het tweemaandelijksch onderzoek van het water der
gemeente-waterleidingandere onderzoekingen hadden
dit jaar niet plaats.
B. Huishoudelijke Zaken.
Er zijn in dit jaar gehouden 6 vergaderingen. Deze
hadden plaats op 20 Maart, 16 Juli, 15 Augustus, 18
September, 6 December en 18 December.
Vier daarvan werden gehouden ten gemeentehuize
en twee ten huize van den Voorzitter.
Het verslag van de bevindingen en handelingen der
Commissie over het jaar 1928, werd behandeld en vast
gesteld in de vergadering van 16 Juli 1929 en daarna
op de gewone wijze verspreid.
Het 34ste congres voor Openbare Gezondheids-
iegeling werd 28 en. 29 Juni te Middelburg gehouden.
De volgende onderwerpen kwamen in behandeling:
Bijlage B.
3
1. De sociale taak van arts en vroedvrouw voor
en na de geboorte van het kind. Praeadviseurs
Mej. S. Sievertsen Benig, adj.-directrice van de
kweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam
en Dr. I. A. Wijsenbeek, vrouwenarts te Amsterdam.
2. De overheid en de ongehuwde moeder. Praead-
adviseur de heer Dr. C. F. T. J. Meuleman. Ge
neesheer-Directeur van de kweekschool voor vroed
vrouwen te Heerlen.
3. De toekomstige organisatie van de maatschappelijke
gezondheidszorg in Nederland. Praeadviseurs de
heeren Dr. W. Schuurmans Stekhoven, Arts te
Utrecht en Dr. M. D. Horst Directeur van den
gemeentelijken geneeskundigen dienst te Leiden.
Door de Commissie werd aan dit Congres niet deel
genomen.
De raming van ontvangsten en uitgaven voor het
jaar 1929 werd vastgesteld op een totaalbedrag van
f 1300 Daarvan kwam voor rekening der gemeente
een bedrag van f 900. (Bijlage II.)
De rekening en verantwoording over het jaar 1928
werd nagezien en voorloopig vastgesteld in de ver
gadering van 15 Augustus 1929. Het voordeelig saldo
dezer rekening ten bedrage van f 377.91 werd bij den
gemeente-ontvanger gestort.
Burgemeester en Wethouders gaven aan de Com
missie kennis, dat deze rekening door hen was nage
zien en in orde bevonden. Ook deelden zij bij schrijven
van 13 December mede, dat op de begrooting voor
het jaar 1930 een bedrag van f900.als bijdrage voor
de Commissie was uitgetrokken.
In het jaar 1928 werd voor gemeenterekening uit
gegeven een bedrag van f 522.09. (Bijlage III.)