76 wegens overtreding van de artt. 252, 426 en 454 van het Wetboek van straf recht, alsmede van de overige niet genoemde bepalingen van de Drankwet5 van verschillende artikelen van het Wetboek van strafrecht en andere wetten en van de politieverordening 876 wegens openbare dronkenschap82 In het politiebureau zijn in bewaring geweest 213 personen, terwijl aan 295 personen nachtverblijf werd verleend (111 aan het bureau en 184 personen in het passantenhuis). 4 vreemdelingen werden uit de gemeente verwijderd en over de grenzen van het Rijk geleid. De kosten der politie (jaarwedden, bureaubehoeften, pensioenen, enz.) bedroegen f 112.635.75. Omtrent de Arbeidswet 1919 kan het volgende worden vermeld: Het totaal der op 31 December 1929 in omloop zijnde geldige arbeidskaarten bedroeg voor jongens 327, voor meisjes 195 en voor gehuwde vrouwen 20, totaal 542, naar den leeftijd verdeeld als volgt Aangaande de Drankwet kan het volgende worden medegedeeld 77 Het aantal vergunningen tot verkoop van sterken drank in het klein bedroeg op 31 December 1929: 24 voor ongesplitsten verkoop (tappen en slijten). 18 tappen. 1 slijten, 1 sociëteit. 3 logement. 1 slijten (210 liter). Het wettelijk maximum bedroeg op 31 December 1929: 65. Bij Koninklijk besluit d.d. 24 December 1925, no. 71, is het maximum aantal vergunningen voor deze gemeente vastgesteld op veertig. Het aantal verloven bedroeg op 31 December 1929: a. voor verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank 28 b. voor verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank 22 De totale opbrengst van het vergunningsrecht over 1929/1930 was f 2650. HOOFDSTUK VII. Dienstplicht. Aandeel der groep „Zutphen" in de lichting 1930 108 Getal ingeschrevenen dier groep, waarnaar het aandeel is berekend .126 In werkelijken dienst gesteld voor de gemeente Zutphen bij de landmacht .53 Idem bij de zeemacht 2 Het aantal lotelingen voor de gemeente Zutphen 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar Jongens 70 78 77 102 Meisjes 27 46 48 74

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1929 | | pagina 40