38 Buitensingel, groot 130 M2., tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 10; aan G. A. Bokhorst een stukje grond aan den Weg naar Laren, groot 160 M2., voor den tijd van 6 jaren tegen een huurprijs van f 0.07 per M2.; aan de N.V. Kon. Rott. Betonijzer Mij. v.h. Van Waning en Co,, weder voor den tijd van 1 jaar, een terrein aan de Noorderhaven, groot 5500 M2., tegen een huurprijs van f 0.25 per M2. per jaar. Diversen. Twee lokalen van het aan J. H. C. van Berkel verkochte perceel Groenmarkt no. 14, in gebruik bij de Arbeidsbeurs, zijn gehuurd voor f 72 per jaar. Bij uw besluit van 11 Maart 1929 werd de te betalen vergoeding voor het gebruik van een terrein aan den Paardenwal door de fa. G. J. Lij sen en opvolgers en mej. A. C. Beusekamp, vastgesteld op resp. f 46.08 en f 52.92 per jaar. Bij uw besluit van 15 Juli 1929 werd een ruiling van grond nabij het Oranjeplein met H. H. de Jonge aangegaan Werkverschaffing Coenenspark. Bij uw besluit van 11 Maart 1929 werd een crediet groot f 25000 verleend voor voortzetting van de werk verschaffing in het Coenenspark. Op 26 April 1929 werd de werkverschaffing stopgezet. Opgehoogd werd 1500 M2. terrein, waarvoor 5700 M3 zand werd verwerkt. Het aantal aanwezige werklieden bedroeg maximaal 58 op 11 Januari en minimaal 4 op 26 April. Aan arbeidsloon werd aan de werklieden een bedrag groot f 5278.83 uitbetaald, 39 Dienst Landerijen. In het personeel van den dienst, kwam in het afge- loopen jaar in zooverre verandering, dat de bezoldiging van den voorwerker H. de Groot, met ingang van 1 Januari 1929, van het werkliedenreglement werd over gebracht naar de salarisverordening voor de ambtenaren. Op 2 Maart overleed G. Lamm er s, in leven krib- werker in vasten dienst. Het vaste kader der werk lieden bestaat thans uit1 voorwerker, 1 plaatsver vangend voorwerker, 4 krib- en taludwerkers en 4 grondwerkers. Gedurende het openingsseizoen van het IJsselbad, was de vaste werkman J. B o u w m a n, in dienst bij gemeente werken als badknecht. Bovendien, werd in drukke perioden los personeel aangenomen en werden eenige werken uitbesteed. De toestand der landerijen over het afgeloopen jaar was in financieel opzicht, bijzonder gunstig te noemen. Dit jaar begon met een buitengewoon strengen winter, die tot half Maart aanhield en schade deed aan het grasgewas en aan ingekuilde producten. Tengevolge van den strenge vorst, zagen de weilanden er dit voorjaar dor uit. Was de IJsselstand in het begin van het jaar laag, deze daalde gedurende den zonnigen drogen zomer zeer sterk, om verder het geheele jaar ver beneden den middelbaren stand te blijven. Het jaar 1929 kenmerkte zich door een abnormaal lagen rivierstand. De lage waterstand kwam de laaggelegen weilanden ten goede en deze stelden in opbrengst dan ook niet teleur. Hoog gelegen wei- en hooilanden hadden echter veel te lijden van de aanhoudende droogte; de hooi- opbrengst was dan ook gering.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1929 | | pagina 21