Bijlage L. 14 wat de lossing betreft. De schepen konden in de meeste gevallen eerst na lichten voor de kraan komen. Hoewel door den dienst van Gemeentewerken reeds in Februari pogingen werden aangewend om geschikt baggermaterieel te krijgen, kon eerst in de maand November daartoe worden overgegaan. De kosten hiervan bedroegen f 3000.-. II. Gashouders. De gashouders Nos. I en II, die in 1927 geverfd werden, verkeeren in goeden staat. Gashouder No. III bleef buiten gebruik. Waterverversching vond niet plaats. Naphtaline- verstoppingen kwamen niet voor. III. Ovens. De ovens I en II, welke in December 1926 in gebruik werden genomen, voldoen uitstekend, en konden met hun 6 kamers op enkele uitzonderingen na in de productie voorzien. In Januari en Februari en in November en December moest af en toe oven III meegenomen worden, om de gashouders weer vol te werken, waarna die oven weder werd teruggesteld. In totaal werd deze oven gedurende 45 dagen in 3 perioden meegenomen. Na behoefte werd de vergassingstijd op 12 of 14 uur gesteld, terwijl dan gedurende 2 uur of minder stoom werd toegevoegd. Op 31 December waren voor de gasproductie be schikbaar 4 verticale ovens met 12 kamers elk, en 3 coze-ovens met 9 retorten elk. De loopkatten voor het heffen van cokes gaven ook dit jaar weer veel aanleiding tot klachten. Voor Bijlage L. 15 die voor het brengen van cokes naar de ovens werd een reserve aangeschaft, voor de andere een reserve- hefmotor, nadat de oude door het breken van het daarop bevestigde tandwiel ernstig beschadigd was. IV. Cokesgasinrichting. Deze werd niet meer gebruikt. De generator, waar van de wand geheel doorgeroest was, werd gesloopt. V. Condensatie en zuivering. Voor zooverre dubbele toestellen aanwezig zijn, werden deze afwisselend gebruikt. Met uitzondering van den in het vorige jaar reeds vermelden condensor, die ook dit jaar nog niet hersteld werd, verkeeren zij in goeden staat. Van twee zuiverkisten werd de gummidichting ver nieuwd, terwijl die van de andere in den loop van het volgend jaar vernieuwd zullen worden. VI. Kolenlosinrichting. Deze werd behoorlijk onderhouden en werkte goed. De topschijf moest worden vernieuwd. Alle kolen werden per schip aangevoerd. VII. Stoomketels. Deze verkeeren in goeden staat. De twee oude ketels moesten dit jaar ontmanteld worden en werden vanwege het Stoomwezen herproefd, en weder goedgekeurd, waarna ze weder werden ingemetseld. Evenals vorige jaren bleef de firma Doorgeest met het schoonmaken belast.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1929 | | pagina 149