Bijlage K.
4
grafiën van beelden, gevonden te Neede werden op
aanvraag van de Museum-Commissie welwillend door
het Rijksbureau voor Monumentenzorg toegezonden.
Van het legaat Mr. W. L. Umbgrove, vermeld in
het vorige jaarverslag, werden de boeken gecatalogiseerd
en genummerd, zoodat zij op aanvraag aan de Secretaresse
op bepaalde voorwaarden kunnen worden uitgeleend,
terwijl zij ten allen tijde in het Museum geraadpleegd
kunnen worden. De sleutel voor de Zegelcollectie, even
eens behoorende tot genoemd legaat, is bij den concierge
van het Museum te verkrijgen. Aangekocht werden een
paar haardplaten en eenige voorwerpen, die op den
duur zeldzaam zullen worden, zooals b.v. een punder
van gesmeed ijzer.
Er werden 9 tentoonstellingen gehouden, waaronder
4 door de vereeniging Pictura. De verzameling aquarellen
van den Heer J. Völcker, voor twee weken aan deze
vereeniging afgestaan, werd weer met veel succes
tentoongesteld.
De kas sluit met een voordeelig saldo van f 251.18.
De uitgaven waren f 1794.53, de inkomsten f 2045.71.
De uitgaven van het vorige jaar waren f 2926.73 (de
zilvertentoonstelling medegerekend), de inkomsten
f 2944.74. De Gemeentesubsidie bedroeg f 1775, terwijl
er een post op de gemeentebegrooting werd uitgetrokken
voor een nieuwe vloerbedekking in de Wester boven
zaal. De Heer J. H. van Heek te Lonneker was zoo
goed ook dit jaar weer zijn zeer gewaardeerde gift van
f 10.te geven.
Een gunstige verandering is geweest het inrichten
van een vitrine met costuums en kleedingstukken op
het bovenportaal. Daarvoor werd de nis gebruikt,
waarin de Schutterij was tentoongesteld. Deze afdeeling
Bijlage K.
5
werd naar beneden gebracht en komt daar nu ook beter
tot haar recht. Het leggen van den nieuwen vloer is een
groote verbetering. Aangezien daarvoor de kasten uitge
ruimd moesten worden, was er meteen een goede gelegen
heid deze te verzetten. Daardoor werden eenige meters
wandvlakte gewonnen voor het ophangen van omlijste
afbeeldingen der stad. In het begin van het jaar is het
Museum ongeveer 3 weken gesloten geweest, eerst voor
de werkzaamheden aan den vloer en later wegens ziekte
van den concierge en de abnormale koude.
Een rekest aan den Minister van Waterstaat, op
gesteld door de vereeniging De Graafschap, betreffende
vondsten in de Graafschap bij het graven van het
Twenthe-Rijnkanaal, werd mede door de Museum-
Commissie onderteekend. De uitnoodiging om lid te
worden van den Monumentendag kon het Museum
niet aannemen, daar de Commissie van oordeel was,
dat het Museum, bestaande van subsidie der Gemeente
geen lid kan worden van vereenigingen.
De Secretaresse had een bijeenkomst met het Dage-
lijksch Bestuur der vereeniging De Graafschap, op
initiatief dier vereeniging. Drie punten werden toen
besproken, n.l. of de Museum-Commissie het ontstaan
van kleine musea, op een beperkt terrein, zooals de
Graafschap, niet betreurt; of samenwerking tusschen
de Commissie en de vereeniging De Graafschap mogelijk
zou zijn om te komen tot het stichten van een museum
te Zutphen voor de geheele Graafschap. Het tegen
woordige Museum zou daar den kern van kunnen
vormen, het zou echter uitgebreid moeten worden met
voorwerpen uit de Graafschap. Het Museum-bestuur
zou dan ook niet meer alleen moeten bestaan uit be
woners van Zutphen, maar er zouden leden uit de