18
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
Naar de laatste voorloopig vastgestelde rekening,
die over 1928, bedroegen de ontvangsten:
Gewoon Kapitaal
f 2151608.83 f 633759.66
en de uitgaven f 2105562,58 f 935346.13
sloten f 46046.25 (bat.) f 301586.47 (nad.)
Op het einde van het jaar was deze rekening nog
niet door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begrooting voor het jaar 1929 zijn de ontvangsten
geraamd op
Gewoon Kapitaal
f 2147862.74 f 1288986.—
en de uitgaven f 2147862.74 f 1283471.
sloten (bat.) f 5515.—
Wat betreft de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen over 1929, wordt verwezen naar het
overzicht der gemeentebelastingen, onder bijlage O
aan dit verslag toegevoegd.
19
HOOFDSTUK V.
Gemeente-eigendommen, Werken en
Inrichtingen.
Dienst van Gemeentewerken.
Het personeel bij dezen dienst onderging de volgende
veranderingen
bij ons besluit van 4 Januari werd aan H. Koldewijn
met ingang van 11 Februari 1929, wegens het bereiken
van den 65-jarigen leeftijd, eervol ontslag uit den
gemeente-dienst verleend
bij ons besluit van 23 Januari 1929 werd H. B.
L o b a r t in de 2e loonklasse geplaatst
bij ons besluit van 22 October 1929 werd aan
J. W. Marks en H, Boegborn met ingang van
23 October 1929 een wekelijksche toelage toegekend
van f 0.90, zoolang zij de bijzondere werkzaamheden
van aankomend stratenmaker, resp. aankomend metselaar
vervullen en behoudens nader besluit, uiterlijk tot 30
April 1930.
Op 31 December 1929 bedroeg het aantal werk
lieden in vasten dienst 34 (aangesteld volgens Werk
liedenreglement) en 2 in tijdelijken dienst (aangesteld
volgens Pensioenwet 1922).
Bij ons besluit van 22 Maart 1929 werd H.
Har tink Jr., beambte voor de administratie, met
ingang van 1 April 1929 tot boekhouder bevorderd.
Bij ons besluit van 8 Maart 1929 werd aan J.
Nieuwburg met ingang van 1 April 1929 eervol
ontslag verleend als klokkenluider, terwijl op den
zelfden dag J. Homan met ingang van 1 April 1929