Bijlage S.
4
zware uitslaande brand uit in liet woon-en winkelhuis
van G. te Velde aan den Kapperallée onder Eefde.
Water was te bereiken door het uitleggen van 650 M.
slang naar de gracht bij Huize „Den Dam". Het gemis
van een of meer brandputten in deze omgeving was
een groot bezwaar.
Het brandende perceel werd een prooi der vlammen,
de nabijstaande huizen bleven behouden.
Den 23sten October d.a.v. ontstond brand in een
schuur aan den Weg naar Voorst. De schuur brandde
geheel af, doch een op 5 M. afstand staande hooiberg
kon behouden blijven.
Van de meeste der bovengemelde branden was de
oorzaak onbekend.
Bij branden van eenigen omvang werd gewoonlijk
uitgerukt met het groote materieel, t.w. automobiel
spuit, mechanische ladder, tractor, enz.
Het blusschen der schoorsteenbranden geschiedde
steeds met klein materieel, hetwelk vervoerd wordt
öf met den tractor öf met het daarvoor bestemde rijwiel.
Vaste brandwachts.
Het getal brandwachts in vasten dienst telde over
1928: 3, t.w.
Bijlage S.
5
Benoemd door B. en W.
Namen
Beroep.
Bij besluit
van
Met ingang
van
G. J. Arentsen
smid
1921
10 Maart
1921
14 Maart
J. v. Huffelen
smid
10 Maart
21 Maart
D. J. Muller
schilder
28 Februari
1 Maart
Zij lossen elkaar aan de Hoofdpost om de beurt af.
Gedurende den tijd, dat zij aldaar wacht houden,
verrichten zij naast de herstellingswerkzaamheden voor
de brandweer ook werk voor de andere takken van
gemeentedienst.
Hunne functie is gerangschikt in de 4de loonklasse
van het werkliedenreglement.
Opperbrandmeesters en Brandmeesters.
In het korps opperbrandmeesters en brandmeesters
kwamen de volgende veranderingen
Het college van Burgemeester en Wethouders ver
leende op verzoek eervol ontslag aan
D. J. P. Harbach als opperbrandmeester der
mechanische ladder
M. J. Hesselink en J. J. Steup als brandmeesters
van slangenwagen 4 en
J. W. Wunderink als brandmeester van slangen
wagen 8.
In deze vacatures werd niet voorzien.
Dat college bevorderde den heer J. Bosma van