Bijlage L.
10
De jaarwedden van de onder 1 tot 9 genoemde
ambtenaren zijn geregeld bij verordening, opgenomen
in Gem. Blad No. 40 van 1919, No. 12 en 19 van
1920, No. 16 van 1921 en No. 26 van 1924.
De weekloonen van het overige personeel zijn
geregeld bij het werkliedenreglement (Gemeentebladen
No. 6 en 42 van 1919, No. 23 van 1920, No. 3 en
15 van 1921 en No. 2 en 28 van 1924).
Bij raadsbesluit d.d. 7 Februari 1921 werd vast
gesteld eene Verordening tot verhoogingderpensioenen,
toegekend of toe te kennen aan oud-ambtenaren en
ambtenaren der gemeente Zutphen en aan hunne
weduwen en weezen, welke Verordening is opgenomen
in Gemeenteblad No. 7 van 1921. In verband hier
mede werden bij besluit van Burgemeester en Wet
houders d.d. 24 Maart 1921, le Afd., deze pensioenen
nader vastgesteld en kwamen op 31 December 1928
ten laste der gasfabriek de volgende pensioenen
a. pensioenen en met pensioenen gelijkgestelde grati
ficatiën, enz. van oud-ambtenaren en van weduwen
van oud ambtenaren.
M. R. de Jong
Wed. J. A. Dijkland
H. J. B. Haarman
E. Weverink
Wed. P. J. Jacobsen
D. H. J. Petersen
f 423.—
- 354.(zie
- 398.—
- 514.
- 250.—
- -932.—
waterl.)
Bijlage L.
11
b. verhoogingen aan weduwen en weezen op hun pen
sioen ten laste van het pensioenfonds voor de
gemeente ambtenaren:
c. verhoogingen aan oud-ambtenaren op hun pensioen
ten laste van het pensioenfonds voor de gemeente
ambtenaren:
G. J. Brandenburg f 151.
G. Brands - 101.—
M. J. Evers - 11.—
G. Nengerman - 28.—
d. pensioenen welke geregeld zijn krachtens de pen
sioenwet 1922:
G. J. Brandenburg
f 376.-
G. Brands
- 249.—
G. Nengerman
- 688.—
E. W. Dondertman
- 150.—
J. D. Borninkhof
- 75.—
M. J. Evers
- 150.
A. Marsman
- 63.—
J. Bosman
- 854.—
R. Weenink
- 831.
W. Hekkelman
- 830.-
Aan de gemeente moest worden gerestitueerd voor
door haar betaalde bijdragen aan het pensioenfonds:
le. voor ambtenaarspensioen f 2304.88
2e. gezinspensioen - 3922.01
3e. restitutie van door het pensioen-
Transporteeren f 6226.89